Vlaggenschip heerst op Johan Sesselaar

Het is een jaarlijks terugkerend fenomeen. Johan Sesselaar. Verschillende ploegen azen dit jaar op de titel. Hoewel de competitie op papier sterk bezet is, is de eindwinnaar uiteindelijk logisch. Groen Geel is de beste, en dan vooral het vlaggenschip.

Ietwat naïef stelt Bart Kranenborg, de opvolger van Rick Lommerts in het hart van de verdediging van Heren 1, zich voor aan zijn bebrilde voorganger. ‘Dag, Rick, ik ben Bart. Leuk je te ontmoeten. Ik heb de schone taak jou te doen vergeten.’ Waar hij misschien een gesprek had verwacht, volgt een ijzingwekkende stilte. Secondenlang. Totdat Lommerts hem in één soepele beweging bij het kraagje van zijn iets te nette blouse grijpt. Terwijl een duidelijk hoorbare schokgolf door het toegesnelde publiek trekt, lispelt Lommerts op dreigende toon wat in het oor van zijn slachtoffer. ‘Een jaar of tien geleden vrat ik mannetjes zoals jij ‘s ochtends door de muesli. Let op je enkels’.

Goed gemutst zoekt Team Neil Haan, in het kielzog van Lommerts, kleedkamer 4 op.

Kleedkamer 4. De apenrots van Corponello. De grote namen van weleer botsen er deze Hemelvaartsdag op de grote namen van het heden (en de toekomst). Teitsma en Zomer. Hoeksema en Knotters. Nederhoed en Olde Monnikhof. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Op voorhand doen drie teams mee voor de titel, allen afkomstig uit dezelfde poule. Het vlaggenschip, opererend onder de naam 050Vastgoedboysde overlopers – een bonte mix van Groen Gelers en niet-Groen Gelers met een gedeeld verleden bij Oranje Nassau – én de armada van Lommerts en consorten. Team Neil Haan dus.

Gaucho heeft er zin in. Eénmalig wisselt hij met Meijwaard van positie. Het legt het vlaggenschip, uiteraard de grote favoriet, geen windeieren. Met een aantal puike reddingen laat Ludwig een prima indruk achter. Teitsma ziet het van een afstandje aan. ‘Aardig keepertje. Maar tegen ons maak ik me geen zorgen. Ik knik er wel eentje binnen.’

Dat moet in wedstrijd twee gebeuren. Weggestopt op veld 5, maar daardoor niet minder prestigieus. De clash der titanen. Zelfs Marco van der Heide, toch goed voor vier goals in de hoofdmacht van Cambuur, loopt met knikkende knietjes het veld op. ‘Ik was erbij op Woudestein in 2013, toen Cambuur kampioen werd, maar dit is anders. Johan Sesselaar is échte prestige. Zelfs voor een mooi-weer-voetballer zoals ik gaat hier het mes tussen de tanden.’

Bosman heeft het in zijn oren geknoopt. Na een klein tikkie van Meijwaard ontsteekt hij in woede. Hoewel Bosman overduidelijk het slachtoffer is geworden van de onkunde van een in het veld verdwaalde keeper, is de toon gezet. Kleine overtredinkjes volgen links en rechts. In dat woelwater heeft Team Neil Haan de overhand en het komt verdiend op voorsprong.

De klok is echter een genadeloze vijand. Als de jaren gaan tellen, neemt het uithoudingsvermogen af. Rond minuut tien kantelt de wedstrijd. Met een droge knal hangt Knotters de bordjes gelijk. 1-1. Het blijkt, ondanks een stormloop van het vlaggenschip, de eindstand. Met een punt op zak, maar zonder energie in de tank stapt Team Neil Haan van het veld. WdH ligt met zijn tong op zijn schoenen uit te hijgen. De 050Vastgoedboys kijken elkaar glunderend aan. ‘Die zijn voor de rest van de dag uitgeteld’, merkt Tempelaar droogjes op.

Het blijkt een uitspraak die zou rijpen als een excellente Pinot Noir. Al in wedstrijd drie vindt Team Neil Haan haar Waterloo. De overlopers draaien de ploeg door de gehaktmolen. 4-1. Van der Heide en Den Hartogh kunnen het niet verkroppen. Ze botvieren hun frustraties op de arme Melle Gebben. Een jongen die nimmer een vlieg kwaad doet, moet zo bijna rennen voor zijn leven.

De finale blijkt, fast-forward, een prooi voor een vlaggenschip. Maar dat is logisch. Gastspeler Ricardo Francesco Pijpker is met een heerlijk puntertje de grote man in de eindstrijd. In een hoekje van het sportpark staat Team Neil Haan uit te huilen. Ze hangen erbij als een troep bavianen die, na een verbanning van enkele jaren, hopeloos heeft gefaald in hun missie de apenrots terug op te eisen.

Ze zullen nog een jaartje moeten wachten. Misschien is samen trainen een idee. Uiteindelijk maakt het spetterende eindfeest veel goed. Dankzij de vele liters bier wordt de strijdbijl snel begraven. Rond de klok van elven is alles weer dikke mik. Tempelaar weet hoe hij deze editie van Johan Sesselaar moet samenvatten. ‘Ze waren dan misschien wel snel uitgeteld, ik vind het toch gezellig dat ze er zijn.’

"*" geeft vereiste velden aan

Wat wil je?*
Kies nog iets*