November. Voor de Mooiweer-voetballers van Groen Geel traditioneel een maand waarin de spieren nog sneller protesteren dan de mond. Tenminste, als je de roemruchte Groen Gele folklore mag geloven. Maar, wie beter kijkt, weet: sinds WdH10 de touwtjes op Corponello in handen heeft, schittert Groen Geel in de maand van Sint-Maarten. Zaterdag was geen uitzondering.
En dat is maar goed ook, want de start van dit seizoen was hemeltergend zwak. Terwijl de nederlagen elkaar opvolgden, viel in de wandelgangen de naam van Neal Haan. Toch is dat slechts het halve verhaal. Zelfs Louis van Gaal zou met het Groen Geel van de eerste vier wedstrijden geen hoge toppen scheren.
En dan naar Loppersum. Weer naar Loppersum. Het voelt als een familiereünie. Oude bekenden op het veld: Rolf Oosterhuis, Joris Jurna en Diederik Dijk. Langs de kant ronkende namen als Henk Buikema, David van der Kam en Ruben Danhof. Een soort ons kent ons, maar dan zonder natuurlijke gezelligheid.
Ook langs de lijn, in de kinderwagen: Jonne. De spruit van Steven en Sietske mocht voor het eerst alleen met Papaknotsie (half uur te laat) op pad naar het voetballen. Steven begon ondanks zijn verlate aankomt in de basis, ten faveure van Olde Monnikhof. Grijze haren werden nog grijzer.
In de kleedkamer was slapen voor Jonne kansloos. Met testosteronbommetjes als Bakker, Gebben en Ypenburg is de rust ver te zoeken. Ypenburg? Die had de hele week al een voorgevoel: ‘Broer, ik weet zeker. We gaan Loppersum pakkie geven. 0-3 of 0-4, write down.’
Ypenburg. Niet altijd serieus te nemen als gesprekspartner, maar dit keer had hij gelijk. Binnen acht minuten zorgden goals van Bakker en Steenkamer voor een 2-0 voorsprong. De 2-1 deerde Groen Geel niet, want na de thee was het veldoverwicht nóg groter. Via een goal van Gebben en de Lopster linksback liep Groen Geel uit naar 1-4.
Leuk weetje: dhr. ‘Eigen Goal’ leidt nu met twee doelpunten het Groen Gele topscorersklassement. Laat Jelle Teitsma het niet horen.
Over Jelle Teitsma gesproken: alle niet-gezellige mensen gingen na de wedstrijd met hem voetbal kijken in de stad. De rest besloot Loppersum, na een prima balletje in de kantine, te verruilen voor Corponello. Aldaar stond het Oktoberfest op het menu.
Het was een gewaagde zet van de FECO om opnieuw voor het Beierse festijn te gaan, vooral met het fiasco van vorig jaar nog op het netvlies. Maar dit keer werd moed beloond. Zoals wel vaker bracht de mix van heren- en damesteams het simpele voetbalbestaan naar een hoger plan.
Volgens sommigen is die combinatie een Goddelijke interventie, anderen doen het af als een welhaast economische kwestie van vraag en aanbod. Net als op het veld heb je de idealisten en de resultaatrekenaars; de kunstenaars en de accountants.
Het is ook interessant de hand van God in Groen Geels wondere prestatiecurve onder de loep te nemen. Hoe kan die zo schommelen?
Hebben we een trainer die in september en oktober alle poppetjes op de verkeerde plek zet? Of is het een trosje spelbepalende namen dat vaker afwezig is dan present? Of komt het door de ondefinieerbare gang van het geluk, dat soms als onzichtbare gast meereist op je schouder, maar op andere momenten de kilheid heeft van een ex uit een lang vervlogen verleden?
Ach, de vraag stellen is soms leuker dan hem beantwoorden. En makkelijker. Het is Groen Geel ten voeten uit. Schommelend van piek naar dal. Het ene weekeinde kampioenskandidaat, het andere slechts figurant.
Wie maalt erom? Zelfs Olde Monnikhof, die dit keer op de bank zat, moest toegeven dat zijn zaterdag uiteindelijk best leuk werd. Ironisch genoeg was Jonnes aanwezigheid daarvan de hoofdoorzaak. Want baby’s, dat zijn sowieso Goddelijke interventies.