
Hallucinant. Zo startte het seizoen van Groen Geel, met als exponent de pandoering tegen Middelstum. Groen Geel, normaliter titelkandidaat. Maar dit seizoen is alles anders. Morgen wacht de derby tegen Be Quick, altijd een beladen wedstrijd.
Eerst terug naar september 2024. De kritiek na de openingswedstrijden was scherp en terecht. ‘Het deed me denken aan het rampjaar 1672’, zo blikt aanvoerder en kersverse vader Ruben Ludwig terug. ‘Den Hartogh was radeloos, Ypenburg redeloos en Groen Geel reddeloos.’
Toch is de sfeer omgeslagen. Groen Geel herpakt zich de laatste weken. Of zoals Olde Monnikhof het poëtisch verwoordde: ‘Het is goed dat we op onze muil gingen. We denken altijd de beste te zijn, maar hoogmoed komt voor de val. Bedek de vleugels van een vogel met goud en hij zal zich niet meer in de lucht kunnen verheffen.’
En dan wacht morgen Be Quick. Be Quick, de oude dame uit het statige Haren. Een club waar wethouders, raadsheren en ondernemers voorzitter zijn. Maar ook een club met een verleden vol groengele invloeden. Op de Esserberg regen mannen als Molenaar, Kranenborg en Van den Berg ooit de prijzen aaneen.
‘Tsja, Be Quick… Wat moet ik zeggen? Nooit veel mee gehad’, reageert Ludwig. ‘Kakkers. Doe mij maar stratenmakers uit Sleen of lassers uit Lewenborg. En laten we eerlijk zijn: je kunt geen voorbeschouwing schrijven zonder dat het bestuur boos opbelt. Veel praatjes, maar geen zelfspot.’
Geen zelfspot. Jelte van den Berg laat de woorden bezinken. Zijn gezicht verstrakt. ‘Onzin,’ reageert hij fel. ‘Geen club staat zo open voor kritiek als de Good Old. Harry Konijn, lichtgewichten, sneren in de nieuwsbrief – de reacties waren altijd constructief. Samen vooruit, dat is Be Quick.’
Op naar morgen. Be Quick is dit seizoen een ploeg om rekening mee te houden. Vorig jaar veegde Groen Geel de vloer aan met de dolende Good Old (4-0), maar nu zijn de Esserbergbewoners favoriet. Ze moeten hun status als subtopper bevestigen, terwijl de thuisploeg van WdH10 vooral vecht om genoeg punten te halen om de nacompetitie te vermijden.
‘Als dat lukt, bouwen we een feestje. Meer zit er dit seizoen niet in’, zo is Den Hartogh realistisch.
Over feestjes gesproken: morgen is het sowieso raak. Na de clash met Be Quick volgt de biermarathon. Goed nieuws: drievoudig winnaar Robin-Paul doet niet mee. Slecht nieuws: een echte topfavoriet ontbreekt.
Het stelt Gaucho teleur. ‘Waar zijn de mastodonten van weleer gebleven? Mannen als Teitsma, Vogel en ik gingen vol voor de winst. Niet dat halfzachte gedoe zoals bij Nick Kamst. Tien slokken per minuut? Flikker op.’
Geïrriteerd oreert Gaucho verder: ‘Sowieso mis ik af en toe het Groen Geel van weleer. Wij gingen altijd vol gas, tegenwoordig zie ik te vaak doetjes op het veld. Maar ja, misschien is het gewoon een generatiekwestie.’
En of het een generatiedingetje is. Vorige week verwelkomde Gaucho niet alleen dochtertje Lola op deze wereld, hij maakte ook zijn rentree op het voetbalveld. Hortend, stotend, wroetend en tackelend raasde hij over Corponello. Gen-Z’er Noordhoff keek wanhopig toe: ‘Sinds wanneer mag je op training tackles inzetten?’
Het toont veranderde tijden zien. Rocky Balboa zei het ooit al: “Time takes everybody out; time’s undefeated.” Dat geldt voor Groen Geel, dat geldt voor Be Quick. Gen-Z’ers vormen nu de nieuwe generatie Groen Gelers, terwijl op de Esserberg de fatbike-terreur de stadsfiets verdringt. Over tien jaar zal het op Corpus niet anders zijn.
‘Maar af en toe kunnen we de tijd even stilzetten’, besluit Gaucho. ‘Bijvoorbeeld als je dochter rustig in je armen wiegt. Of op een zonnige zaterdag, waarop je eerst voetbalt en daarna als malloten door de stad stuift. Besef niet te laat dat het de tijd van je leven is.’