Be Quick 1887. De Esserberg. Vele Noorderlingen walgen van de De Good Old. Decadent, arrogant; niet veel anders dan Groen Geel. En Be Quick is nog steeds een grote naam. Desalniettemin reist Groen Geel met vertrouwen af naar de weiden tussen Helpman en Haren. Alleen de winst telt.
Thuiskomen, zo voelt de wedstrijd op de Esserberg voor vele Groen Gelers. Molenaar, Van den Berg, Noordmans, Olde Monnikhof, Meijwaard, Kranenborg, Lindemulder, Betzema. Stuk voor stuk mogen ze zichzelf rekenen tot de eregalerij van de Esserberg. Mannen met meer wedstrijden voor de Good-Old in de benen dan de huidige generatie Be Quickers zelf.
Eén naam ontstijgt daarbij de middelmaat der dingen: Johan Molenaar. Hoewel de centrale verdediger op Corponello al jarenlang een gewaardeerde kracht is, liggen zijn hoogtijdagen op de Esserberg. Als aanvoerder schoffelde, poetste en knikte hij Be Quick in 2013 als kampioen richting de Topklasse. Met bebloed shirt nam hij de schaal in ontvangst (zie foto).
‘Mijn topjaren’, reageert Jopie bescheiden. ‘Geen muisje kwam er in die tijd door. Ik heb het nooit zo hard op gezegd, maar: wat was ik goed toen.’
Goed. Dat was ook Olde Monnikhof in die tijd. Als gevallen Twents toptalent vluchtte hij uit Oldenzaal weg om zijn voetballeven in het maagdelijk wit te heruitvinden. ‘Osinga zag wel wat in mijn aalvlugge passeerbewegingen’, memoreert Koentje.
‘‘Helaas kwam het er iets te weinig uit. Ik blafte wel, maar beet te weinig. Soms was Osinga teleurgesteld, maar het was vaak snel weer vergeten. ‘Ubuntu, Dick, Ubuntu’, zei ik dan.’’
Ubuntu. Afrikaans voor ‘vrede tussen stammen’. Bij de colonne voormalige Be Quick’ers die ZatUno in 2022 inruilde voor Groen Geel, stond het duidelijk niet in het woordenboek.
‘Een bijzondere tijd’, blikt Durk Noordmans jaren later terug. ‘Als Zaterdag 1 voelde ik me regelmatig net het Gallische dorpje in Asterix & Obelix. De technische beleidsbepalers zagen ons als hinderlijke hobbel in hun jacht de club volledig te onderwerpen, maar wij hielden dapper stand. En terecht. Ubuntu kan m’n rug op.’’
Ondanks de harde woorden van Noordmans zijn de verhoudingen tegenwoordig genormaliseerd. Noordmans en Dollenkamp, Betzema en Nanninga, Van den Berg en Bart Romijn. Na de wedstrijd zal het ongetwijfeld een gezellig feest der herkenning zijn.
Toch moet er eerst gebikkeld worden op het veld. Groen Geel zit er, na een dramatische start van het seizoen, aardig in. Be Quick blijft echter de favoriet: elke thuisnederlaag wordt op de Esserberg traditioneel beschouwd als een blamage.
Voor Den Hartogh betekenen de resultaten van de laatste weken iets meer lucht. Met een opgelucht gemoed reflecteert hij donderdagavond op zijn positite: ‘Ik lig onder vuur, ik weet het, maar de kritiek verstomt nu iets. Toch weet ik: één negatief resultaat en je hebt de poppen weer aan het dansen.’’
Jopie Molenaar hoort de woorden van zijn stafchef gedwee aan. Het is een publiek geheim dat hij als assistent-trainer/speler zaagt aan de stoelpoten van de grote baas, maar hij geeft geen krimp. Later, als Jopie al lang naar huis is, draait Olde Monnikhof er niet om heen: ‘Wie maar lang genoeg flyert, glibbert zich vanzelf naar de positie van raadslid of wethouder.’
Oh oh, ironie, Jopie. Eens een Be Quick’er, altijd een Be Quick’er.