Een cultclub, zo stond Groen Geel een flinke periode bekend. Zeker op basis van de beginjaren op zaterdag vanaf seizoen 2008-2009. De zondagstak bestond al veel langer. Een afdeling die een tijdlang overigens vrij berucht was, met teams waar tegenstanders niet graag tegen speelden. Inmiddels bestaat Groen Geel 100 jaar. Met succestrainer en oud-voorzitter Neal Haan (39) keek Jelle Teitsma terug op met name zijn eerste periode binnen de studentikoze vereniging, met wie Haan tussen 2008 en 2015 maar liefst vijf keer promoveerde.
Oldehove Kommerzijl Voetbal Club
De oorsprong van het inmiddels florerende Groen Geel ligt stiekem verborgen in Oldehove, onder de rook van de Ludgeruskerk en korenmolen Aelus. Neal Haan beleefde er onbevangen jaren: “Oldehove is een prachtig dorp. Ik woonde er tot mijn twintigste jaar. Als kind was het een kwestie van buitenspelen en voetballen. Ik was best een boefje, beetje kattenkwaad uithalen. Naast onze basisschool lag het veld van OKVC, waar ik vaak te vinden was. Daar was het soms letterlijk opboksen tegen de grote jongens uit het dorp.” Haan zette zijn eerste voetbalstappen logischerwijs in het dorp bij OKVC, waar hij door de jaren heen steeds een linie terugzakte. “Ik begon als spits, maar gek genoeg werd ik om de zoveel jaar verder naar achteren geposteerd. Onbegrijpelijk voor zo’n talent”, zegt Haan met een knipoog. “Uiteindelijk ben ik na een jaar in de senioren gestopt. Ik studeerde aan het CIOS in Heerenveen, volgde de TCII-opleiding en liep stage bij FC Emmen, met René Hake als begeleider. Na het jaar in Emmen ben ik twee jaar jeugdtrainer geweest bij VV Drachten, waarna het toch weer begon te kriebelen. Ik miste het spelletje en vooral het geouwehoer eromheen.”
‘Groen Geel had veertig leden, waarvan de helft geen contributie betaalde’
Haan, op dat moment al woonachtig in de stad Groningen, meldde zich weer aan bij OKVC en reisde een jaar lang vanuit de stad op en neer met mannen als Joris en Jasper Vogel, Nanne Bakker, Jan Kracht, Mark Haaksma en Arjen Clobus. Zijn terugkeer in Oldehove leverde hem een parel van een bijnaam op: The White Wizard. Haan glimlacht: “We speelden met het 2de van OKVC de derby tegen Grijpskerk, de rivaal uit het Westerkwartier. Ik droeg hagelwitte schoentjes. Puma’s. Toen ik een rotschop kreeg, beukte ik de dader omver. Ik kreeg rood. Iedereen werd gek. Ik rood, hij niks? We speelden thuis en hadden een clubscheids. Ons massale beklag deed hem de boel omdraaien. Ik kreeg geel én een vrije trap mee. De afvallende bal daaruit volleerde ik prachtig binnen. De bijnaam was geboren.” Halverwege dat seizoen opperde Haan het idee om een eerste team in de stad vormen. “Inmiddels werkte ik als spelinstructeur bij de ALO, met toen nog een vestiging in Corpus den Hoorn, achter de velden van Groen Geel. Op hun hoofdveld gaf ik les. Daar trof ik Jacob Ritsema, die de boel aan het schoonmaken was. Ritsema was destijds voorzitter. Groen Geel had twee teams op zondag, waaronder een veelbesproken 2de team. Een jaar eerder had de club al afscheid genomen van een vrij berucht team waar veel jongens van de Z-side in speelden.” Icoon Ritsema, binnen de club inmiddels bekend als Vader Jacob en Mister Groen Geel, was zich ervan bewust dat de club op dat moment wel wat extra leden en inkomsten kon gebruiken. En zo startte Groen Geel vanaf seizoen 2008-2009 met twee teams op zaterdag, met een aanzienlijke OKVC-kern en jongens die overkwamen van The Knickerbockers en Helpman.
Lijken uit de kast
Het vlaggenschip op zaterdag kende direct een succesvol jaar, al had het de pech dat VV Groningen was teruggezet naar de zesde klasse en competitiegenoot werd, net als buurman Gronitas dat met spelers als Rutger Bierling, Sieger Kuik en Robert Oldengarm ook aan een zaterdagavontuur begon. Groen Geel eindigde als derde, pakte niettemin een periode en wist het pleit via de nacompetitie te beslechtten, overigens al lang en breed zonder Haan. “In de eerste wedstrijd scheurde ik mijn kruisband af. Ik moest en zou die wedstrijd uitspelen. Na afloop werd er maximaal bier gedronken in de kantine. Dat was niet zo slim, want toen ik wilde opstaan lukte dat niet meer. Net als lopen. Geen idee meer hoe ik thuis ben gekomen. Maar goed, ik wilde ook niet stoppen bij Groen Geel. Toen dacht ik: ik word gewoon trainer van dit heerschap. Oh ja, ik scoorde die wedstrijd wel. Ik ben waarschijnlijk de enige speler van Groen Geel die één op één loopt.”
Na het eerste seizoen bij Groen Geel namen Haan en consorten het bestuur grotendeels over. Louter Ritsema, die enigszins sceptisch was over de gevoelsmatige ‘overname van een stel studenten’ bleef zitten. De club stond er slecht voor. Haan daarover: “Van de veertig leden op zondag, betaalde de helft geen contributie. Verder waren er schulden en betalingsachterstanden. We wonnen het vertrouwen van Ritsema en stelden met ‘Groen Geel in de steigers’ een solide beleidsplan op. Gerben Posthumus en Jeroen Vogel werden aangesteld als penningmeesters. Zij maakten de vereniging financieel gezond. Na een jaar kwam er op zaterdag een derde team bij, met veelal jongens van The Knickerbockers. Onder andere oud-voorzitter Boike Teunissen zat daarbij. Voetballend waren dat niet perse hoogvliegers, maar bestuurlijk des te meer. Ook op dat vlak haalden we talenten binnen.” Groen Geel veranderde in een semi-studentikoze club met een rauw randje. Het ging rond in de stad. Er was iets aan de hand aan op Corpus, ook wel Corponello genaamd. Vier jaar na de komst van de OKVC-kluit, telde Groen Geel 400 leden.
‘Met Koninginnenacht én -dag achter ons werden we geslacht bij SIOS. Weg promotie’
Tussenjaar
Het ambitieuze Groen Geel zou als vijfdeklasser moeiteloos doorstoten naar de vierde klasse, zo dacht ook Haan. Met de invoering van de Topklasse hoefden de manschappen slechts bij de eerste negen te eindigen om – de massaal uitgesproken – promotie veilig te stellen. Gedragen door het ontdekken van de technoscène en een fiks aantal uit de hand gelopen feestjes op Corpus, liep het allemaal nét even anders. Haan lacht: “De ambiance en vibe bij de club was geweldig. En níet bij de eerste negen eindigen, daar lachten we om. Dat ging niet gebeuren natuurlijk. Het was echter de tijd van het ontdekken van de technofeestjes. Los daarvan waren de meeste jongens drie tot vier keer per week op de club te vinden voor een drankje. De nazit op donderdag eindigde geregeld met thuiskomen in het ochtendgloren. En de dag erna was er steevast een vrijdagmiddagborrel in de kantine, die meestal in de stad eindigde. We speelden 22 wedstrijden klote, geholpen door loeizware katers. Begin mei moesten we uit bij SIOS winnen om nog kans op promotie te maken. Het was de dag na Koninginnedag. We hadden twaalf spelers, de rest was ziek. De helft had geen oog dichtgedaan en pakte op de heenreis naar Sauwerd hun eerste minuten slaap. Het werd een kansloze missie. 4-1 eraf, weg promotie.”
Ommekeer
Het geouwehoer en de feestjes bleven, maar door een ongekende kwaliteitsimpuls was het Groen Geel van oefenmeester Haan tussen 2010 en 2013 schier onverslaanbaar. Ook het selectiebeleid werd strenger. “De sfeer van Groen Geel was uniek, maar ik wilde wel presteren. Voor aanvang van seizoen 2010-2011 kregen we er jongens bij die binnen de lijnen overal het verschil maakten. In het matige jaar in de vijfde klasse, was topschutter Wiebren Jansen grotendeels geblesseerd. Het seizoen erop maakte hij 29 goals. Johan Niemeijer kwam van OKVC, Hendrik Jan Smit van Grijpskerk en zijn broertje Erwin kwam over van VIBOA. Zij maakten dat jaar samen 75 doelpunten. In een klasse met onder meer VV Groningen, Zuidhorn en De Vogels werden we dik kampioen. We maakten 153 goals, in de standaardklasse bij de senioren bijna het hoogste aantal van heel Nederland. Alleen een team uit Amsterdam met oud-Ajacied Kiki Musampa in de gelederen maakt er een paar meer.”
Groen Geel was hot en de selectie werd met de komst van jongens als Henk Strijker, Walter Hartlief, Yannick Abrahams, René Bredenhof en doelman Jeroen Vogel wederom sterker en breder. Op Groen Geel stond geen maat, met direct de titel in de vierde klasse B als gevolg. Haan: ‘Ergens waren we een beetje een crazy gang. Overal waar we kwamen, gebeurde iets. En bezoekende teams keken soms hun ogen uit bij ons. Een houten kantine vol graffiti, waar de muziek vaak hard stond en sommige teams al vroeg op de middag aan het feesten waren. Kwam zo’n tegenstander aangelopen in compleet clubtenue. Voor de wedstrijd was de sfeer heel losjes, maar in het veld ging de knop om. We overrompelden de boel. En als we achter kwamen, was dat prima. Emiel Miedema riep na een 1-0 achterstand bij concurrent CSVC eens keihard over het veld: ‘Maakt allemaal niks uit, kampioen worden we toch wel!’, wat ook gebeurde.” De derde titel op rij volgde in 2013 met een straatlengte voorsprong op Marum en Lycurgus. Groen Geel was ineens tweedeklasser, al werd het een moeizaam eerste seizoen, mede door het vertrek van sterkhouders als Emiel Miedema en de gebroeders Smit. Haan blikt terug: “De Smitjes waren te belangrijk. Zij beslisten wedstrijden en waren bepalend. Ondanks de komst van prima spelers als Pieter van der Ven, Ruben Ludwig, Mike Hoeksema en Rick Lommerts hadden we het moeilijk. Ons plafond was bereikt.”
Vijfde titel
Handhaving werd via de nacompetitie ternauwernood bewerkstelligd, tot grote vreugde van Haan. “Toen we erom moesten spelen, was al bekend dat we er zes of zeven goede spelers bij zouden krijgen, waarvan het gros met hoofdklasse-ervaring zoals Rik Spekken, Willem de Hartogh, Jacob Bras, Jelle Teitsma en Matthijs Eppinga. Michiel Veldhuis kwam van TKB, wat een revelatie op de backpositie bleek. Het tweede jaar in de tweede klasse was fantastisch, met een nek-aan-nekrace om de titel met Noordscheschut. Dit was voor mij het beste en misschien wel mooiste team. Alles ging vanzelf, zowel voetballend als eromheen. Van lange derde helften en kroegentochten tot Paradigm-bezoekjes en de seizoenafsluiting tijdens Oerol op Terschelling.”
‘Stiekem vond ik het geven van trainingen vaak verschrikkelijk’
Groen Geel kende in de tweede klasse een geweldige eindsprint en werd glorieus kampioen in Loppersum (0-6). Arjen Robben sprak de mannen voor de wedstrijd middels een videoboodschap toe, waarna een fraai stuk poëzie van Jasper Vogel de titel op voorhand al veiligstelde. Na de veegpartij in Loppersum reed de euforische selectie in een dampende discobus terug naar Groningen. Na zeven seizoenen, vijf promoties en een legendarisch eindfeest op Corpus, stopte Haan ermee. “Het was mooi geweest. Ik had het jarenlang voor niets gedaan en was inmiddels gestart met het organiseren van de Groningen Swim Challenge. Daar ging veel tijd in zitten.” Zonder Haan, maar met Jan Veenhof aan het roer eindigde Groen Geel roemloos onderaan in de eerste klasse. Haan zag het vanaf de zijlijn met moeite aan. “Ik miste het. En om eerlijk te zijn heb ik flink spijt gehad van mijn keuze om te stoppen. Het was een gouden groep, waar ik geen onderdeel meer van was. Dat deed wel een beetje pijn.”
Vaderschap
Robbie Wentink volgde Jan Veenhof al na één seizoen op. Het beoogde bovenin meedoen in de tweede klasse draaide uit op een elfde plek en handhaving via de nacompetitie. Het was uitstel van executie, met degradatie het seizoen erop, ondanks een geweldige eindspurt met overwinningen op Zuidhorn, Meppel, Omlandia, Pelikaan S. én kampioen Bedum. LTC klopte Groen Geel in de halve finale van de nacompetitie, waardoor de Groningers voor de tweede keer in drie jaar een stapje terug deden. Haan, die voor een tweede periode bij zijn club had getekend, keek als supporter lijdzaam toe. “LTC redde het uiteindelijk ook niet. Zij kwamen bij ons in de derde klasse C, net als onder meer Achilles 1894, Zuidhorn en Be Quick 1887. Het werd een ijzersterke klasse.” Haan keerde voor een periode van twee seizoenen terug, al waren de tijden veranderd. “Het was een komen en gaan van spelers. Het inpassen duurde langer dan verwacht. Kwalitatief gezien hadden we natuurlijk moeten promoveren, maar de sfeer en vibe die ik gewend was binnen mijn selecties, was nu in mindere mate aanwezig. De dynamiek was anders, iets negatiever ook. Ik was ouder, inmiddels vader en merkte dat de club anders in elkaar stak. Ik weet nog dat ik door sommige jongens met u werd aangesproken, haha. In het eerste jaar grepen we overal naast. Dat was het seizoen erop anders, totdat corona de boel stillegde.” De trainersjas van Haan ging na seizoen 2019-2020 de kast in. Definitief, zo lijkt het. “Stiekem vond ik het geven van trainingen vaak verschrikkelijk, al vergoedde de nazit op donderdag veel. Alles draait bij mij om de puntjes, om de zaterdagen. Niet om koude, natte trainingsavonden in december. Eigenlijk was ik meer voetballer dan trainer.”
Grote delen van dit stuk zijn afkomstig uit een interview van Jelle Teitsma met Neal (voor het magazine Voetbal Groningen, www.voetbalgroningen.nl)