Met zo’n titel zou je normaliter de naam van de persoon erbij vermelden. Maar zoals Sjaak Swart mister Ajax is en Coen Moulijn mister Feyenoord, zo is de heldenstatus van Henk Strijker (35) linea recta aantoonbaar binnen Groen Geel. Of eigenlijk binnen heel Corpus den Hoorn. Of Groningen, zoals Henk het ongetwijfeld zelf zou typeren. Groen Geel en Henk Strijker. Een ode.
Na negen seizoenen Groen Geel is het mooi geweest voor de vermogende registeraccountant. Volgens zijn profiel op LinkedIn is Henk financieel directeur van Strijker Advies. Dat bekt wel lekker, voor een eenmanszaak. Een man die de hoofdrol speelt in een heus reisboek. En daarin als volgt wordt aangekondigd: ‘Henk Strijker, de man des huizes, ziet op 11 oktober 1984 het levenslicht. Hij groeit op in brinkdorp Ruinen in Drenthe. Henk studeert Accountancy aan de Hanzehogeschool in Groningen en volbrengt in de jaren erna in diezelfde stad de Executive Master of Accountancy aan de Rijksuniversiteit. Tijdens die laatste studie is Henk al werkzaam bij een groot accountancykantoor. Na tien jaar besluit hij om als ZZP’er verder te gaan. Hij is te omschrijven als een familieman, Bourgondiër en levensgenieter. Iemand met het hart op de tong én op de juiste plaats. Een actief, ondernemend en doortastend persoon die als valkuilen zijn onrust, ongeduld en overmoedigheid noemt. Henk voetbalt jarenlang bij de befaamde studentenvoetbalvereniging The Knickerbockers, waar hij met zijn fysieke gestel en grote mond een plaag voor menig tegenstander is. Henk is er koning derde helft. Onverslaanbaar aan de bar. Tegenwoordig bouwt hij af bij Groen Geel. Een beetje de grote, verstandige broer van The Knickerbockers. Om aan het welvaartsbuikje te werken wordt er op dinsdag- en donderdagavond gebokst.’ Niet veel later volgt een alinea over de ontmoeting tussen Henk en zijn grote liefde Laura. ‘Aan de bar in Bar Players, een feestcafé aan de fameuze Poelestraat, treft ze Henk voor het eerst. Zijn armen dienen als kussens voor zijn zwaarwegende hoofd. De donkere krullen drijven her en der in resten bier.’ Tot zover het treffende beeld van dit afscheidnemende cultfiguur.
Het is eind september 2020. Henk heeft er, ondanks het vertrek van vriend en trainer Neal Haan, nog maar een jaartje aan vast geplakt bij Groen Geel 1. Hij is samen met Willem ‘Opa’ den Hartogh (38) verreweg de oudste van het geheel. Henk had de vader kunnen zijn van jochies als Rutger Dijkstra en Danny Kok. ‘Misschien ben ik dat wel’, zou Henk er zelf waarschijnlijk aan toevoegen. Toch lijkt het voetbalvuur een beetje gedoofd. Waar een oudgediende als Willem vooral visoliesamples verstuurd, daar grossiert Henk in het versturen van facturen vanuit Strijker Advies. Ofwel, het is druk op de zaak. Lange dagen, nog langere facturen. Tel daar de tweeling Linde en Jasmijn én rijzende voetbalster Tim bij op en de weekinvulling is reeds behoorlijk volgepland, los van sociale bezigheden, kroegbezoeken en mooie plannen met de caravan. Het is mooi geweest. Wellicht had de aanvoerdersband Henk nog kunnen behouden, maar nieuwbakken oefenmeester Richard Poortman is volgens interne bronnen gezwicht voor de gemeentelijke steekpenningen van niemand minder dan Koen Olde Monnikhof. Koen daarover: “Die geruchten gaan. Jammer. Henk weet zelf ook wel dat dit uit de hoek van Metzemaekers komt.” Thomas Metzemaekers inderdaad. Een goeie speler, Ajacied, niet vies van een onderhands dealtje, maar vooral middenvelder. En ineens steevast in de spits onder Poortman. Koen continueert: “Rik Spekken van Be Quick wilde Metzie graag naar de Esserberg halen. Onze malafide autoverkoper had echter één eis: vaste spits worden. Dat kon Spekken niet garanderen. Met Poortman heeft Metzie vervolgens die vaste spitsplek besproken. Het was vechten tegen de bierkaai voor mister Groen Geel Strijker. Jammer.” Henk voelt dat aan en focust zich tijdens de trainingen nog even op enkele aanstormende talenten. Henk: “Melle Gebben en Frank Veenhof heb ik vanuit het tweede naar het eerste gehaald. Talent, daar heb ik oog voor. Zo heb ik mezelf ooit ook gescout. Inmiddels zijn het allebei basisspelers. Feitelijk zou je dit als mijn laatste kunstje binnen de club kunnen omschrijven.”
Na de met 11-0 gewonnen competitiewedstrijd tegen Stadspark neemt Groen Geel op zaterdag 26 september afscheid van Henk. Minuten hoeft hij daarin niet te maken. “Mijn geest waart altijd rond op Corpus, dus spelend afscheid nemen en vier keer scoren is overbodig.” Na afloop staat Henk in het zonnetje. Terecht. Het bestuur heeft speciaal voor hem een grote tent op laten zetten, zodat een ieder kan meegenieten van diverse lofzangen en mooie woorden richting De Tank. De carrière van Henk begint in Ruinen. Hij groeit er op, beukt leeftijdsgenoten tijdens partijtjes al steevast tegen de vlakte en speelt op jonge leeftijd zijn eerste wedstrijden aan de Wolvenweg in het blauwwit van v.v. Ruinen. Hij schopt het tot het eerste elftal en verkast in die periode naar Groningen om te studeren. Daar is vooral de plaatselijke horeca heel blij mee. In het korenblauw van The Knickerbockers groet hij uit tot een onverwoestbaar bolwerk in de punt. Het is 2009 als TKB het in de eerste klasse opneemt tegen onder meer ONS Sneek, Drachtster Boys en HZVV. Henk treft driemaal doel. En een jaar later, in dezelfde klasse, eenmaal. Henk laat vooral anderen pieken, groeien en scoren. “Van Gessel, Ter Horst, Odding. Dat soort non-talenten stegen tot astronomische hoogten door mijn loopwerk, assists en tactische aanwijzingen.” De rol van Henk is in het veld onomstreden, maar eigenlijk begint zijn wedstrijddag erna pas. In ’t Flop is hij iedereen de baas. Of het nu gaat om een potje toepen, eenentwintigen, een vleermuis- of rietadt: Henk is een fenomeen in de derde helft. Die signalen waaien over naar Groen Geel en niemand minder dan voormalig mister Groen Geel Neal Haan haalt hem naar de andere kant van de stad. Neal: “Hij had nogal wat noten op de zang. Op een donderdagavond kwam hij naar ons clubhuis, al duidelijk beneveld. Hij had drie eisen: geen contributie betalen, altijd een basisplaats in de spits en een vaste plek aan de bar. Het heeft mij bestuurlijk heel wat ellende gekost om dat voor elkaar te krijgen, maar uiteindelijk is het gelukt om hem binnen te halen.” En met succes. Bij Groen Geel, het is inmiddels 2011, scoort Henk maar liefst 16 keer. Zijn ploeg promoveert naar de derde klasse. Een seizoen later eindigt hij op 11 treffers, waarbij de kampioensvlag wederom kan worden gehesen. Henk is niet bescheiden over zijn successen. “Ook hier zag je weer dat jongens volledig afhankelijk van mij waren, denk aan Johan Niemeijer en Hendrik Jan Smit. Die gasten waren zo productief. Alles werd panklaar neergelegd door mij. En als de hoek te lastig was, scoorde ik zelf gewoon.”
In de eerste klasse spelen, veel goals maken, kampioen worden. Waar Henk is, is succes. Onder zijn bewind worden ook de derde helften bij Groen Geel meer dan legendarisch. Henk: “Vanaf seizoen 2013/2014 ben ik me daar meer op gaan richten. Zorgen dat mensen blijven hangen, dat er ook op donderdag ravejes zijn en dat die kakkertjes van Be Quick leren wat zuipen is. Toen Groen Geel ineens succesvol werd, kwamen ze allemaal met hangende pootjes naar Corponello. Je kent ze wel. Mike Hoeksema, Rick Lommerts, Jeroen Vogel. Ook díe jongens heb ik groot gemaakt. Eigenlijk is de lijst oneindig.” De cijfers op het veld spreken inderdaad boekdelen. In zijn laatste drie seizoenen in het groengele vlaggenschip blijft de teller op een goal per seizoen steken. Tussendoor voetbalt hij in het 2de, zet hij onder meer het befaamde Groen Grijs op poten en ruziet hij tijdens de Johan Sesselaar Cup jaarlijks met de gebroeders Veenstra. Waar Henk is, is chaos. Is het niet binnen de lijnen richting een vervelende voorstopper die hij zowel fysiek als verbaal de baas is, dan is het wel na afloop als iemand als Jacob Bras of Eric Nederhoed hem uitdaagt voor één of ander pasbedacht spelletje. Henk verliest sporadisch. De ongekroonde koning van de drankspellen moet zelden pas op de plaats maken. Willem den Hartogh is hem eens de baas. Sven Nijenhuis. En recentelijk, jawel, Frank Veenhof. Het afscheid van Henk na de veegpartij tegen Stadspark is mooi. Groots. En geheel terecht voor iemand die jarenlang zoveel voor de club heeft weten te betekenen. Een vaarwel in stijl. Terwijl zijn teamgenoten zich naar Ni Hao begeven voor zijn afscheidsetentje, blijft Henk het clubhuis trouw. Hij heeft geen zin in chinees. En al helemaal niet in het potje jeu de boules wat later gepland staat. Hij blijft lekker bij Groen, met de opstandige kompanen Haan & Nederhoed aan zijn zijde. Omdat Henk die avond thuis moet zijn bij de kinderen moet hij niet te laat naar huis. Het wordt uiteindelijk rond middernacht als hij binnen komt strompelen. Ook dat is Henk. We gaan hem missen bij Groen Geel. Zijn humor, zijn grote hart op de tong, de bij elkaar geraapte kledingstukken waar hij in traint. De foeilelijke gekleurde Nike Vapors die hij voor twee tientjes bij de Scapino wist te scoren. De worstelpartijen in de spits. Kont erin, draaien en aanleggen. Zijn brede torso in de kleedkamer, de laatste jaren geflankeerd door mini-Henk Tim. De zwarte krulletjes die door de inhammen steeds verder naar achter lopen. En vooral de opmerkingen. De vele, vele opmerkingen. Van ‘de keeper is geen keeper’ tot ‘trainen is voor talentlozen’ en van ‘trainers zijn overbodig’ tot ‘ik ben Groen Geel’: Henk, bedankt voor alles!