We gaan zo’n dertig jaar terug. Je ziet hem juichen. Op dat moment al een kenmerkende pose voor Jelle. Voorzet, knikken, juichen. Handjes in de lucht, vuistjes gebald. Op zoek naar oogcontact. Met vader en broer Teitsma. Wéér een doelpunt! Alle ballen op Jelle! De handjes groeiden later uit tot handen. Ferme klauwen, waar Juul en Bobby naadloos pasten. Jelle groeide snel en in vele opzichten. Groots, zoals zijn voetbalvriend Haaye het liefkozend benoemt. Morgen speelt hij zijn allerlaatste. Gehuld in het Groen Geel met, uiteraard, nummer 9. Zijn nummer 9.
Het zijn de jaren tachtig in Friesland. Dokkum, om precies te zijn. Een stadje met op dat moment zo’n 12.000 inwoners. Een daarvan is Jelle. Een blonde jongeman met op dat moment één grote liefde: zijn voetbal. Dagelijks trekken zij er samen op uit. Soms vergezeld door zijn broers en andere fanatiekelingen. Douwe, Syb, Lieuwe en Riemer. Vaak is Jelle de jongste. Nooit de bangste, laat staan de minst getalenteerde van het stel. Hij gaat voorop in de strijd, wil altijd winnen. Bij thuiskomst gaat hij nog even door. Koppen, tegen de garagedeur. Bonk, bonk, bonk. Oefenen. Hooghouden onder de lantaarnpaal. Het maakt Jelle beter en beter.
Aan zijn hand wordt Be Quick Dokkum E1 kampioen. Het talent van Jelle blijft niet onopgemerkt. Cambuur Leeuwarden klopt aan de deur. Of Jelle een keer per week mee wil trainen. Dat wil hij wel. Maar op zaterdag blijft hij Be Quick Dokkum trouw. Vaak in de spits, soms als schaduwspits. Zonder voetbal is Jelle bloedchagrijnig. Telefoontjes op zaterdagochtend worden gevreesd. ‘’Is het de leider? Afgelast? Belachelijk! Peardelul! Door de regen?’’ Tranen met tuiten. Gevloek en getier. Deuren sneuvelen. Hij wil voetballen. Slidings maken in de regen, sleuren, koppen. En bovenal juichen.
De jeugdelftallen worden probleemloos doorlopen. Vaak kampioen. Even zo vaak topscorer. In 2000 debuteert Jelle in het eerste van Be Quick Dokkum. Liefst 5 seizoenen scoort hij erop los. Doelpunten worden gevierd met de supporters. Het kenmerkt hem. Hij groeit uit tot publiekslieveling. Hij manifesteert zich zowel binnen als buiten het veld. Veel aanwezig op de club, op zaterdagochtend even kijken bij jeugdelftallen. De jongens kennen Jelle, en Jelle kent de jongens. Hij zorgt voor verbinding. Teamgeest. Met zijn karakteristieke aanwezigheid, haarscherpe columns en bereidheid om dingen te doen voor de club drukt hij zijn stempel. Het hoogtepunt in zijn jonge jaren is de promotie naar de 2e klasse in 2005. Hij scoort dat seizoen liefst 41 keer.
Een jaar later vertrekt hij. Het grotere Drachtster Boys uit de 1e klasse staat op de stoep. Ook hier ligt hij goed in de groep en is hij een clubmens. Samen met zijn maatjes Willem den Hartogh en Jacob Bras maakt hij de supporters op zaterdag gek. Na twee seizoenen bergt hij zijn kicksen tijdelijk op. Hij gaat op wereldreis. Australië, Nieuw-Zeeland en Thailand. Een man van de wereld. Eenmaal terug in Friesland kiest hij voor een terugkeer bij zijn twee jeugdliefdes. Eerst in Dokkum, later in Drachten. Hier wekt Jelle de interesse van ACV uit Assen.
Hij waagt het erop. Ondanks dat hij niet altijd basisspeler is, weet hij ook hier de nodige belangrijke doelpunten te maken. Er ontstaan vriendschappen. Marco van der Heide en Haaye Feenstra. Naast zijn voetbal ontmoet Jelle in deze tijd ook zijn tweede grote liefde: Marjon. Een derde grote liefde ontstaat in de nadagen van zijn carrière. Op 33-jarige leeftijd kiest hij voor een overstap naar Groen Geel. Een club die perfect bij Jelle past. Eigenzinnig. Enthousiast. Wilde feestjes. Speciaalbier. Een club die anderen en bovenal zichzelf niet al te serieus neemt. Het perfecte eindstation van een schitterende voetbalreis vol hoogtepunten en vriendschappen. Uiteraard wordt hij direct kampioen. Met 24 doelpunten schiet en kopt Jelle Groen Geel voor het eerst in de historie naar de 1e klasse. Het feest barst los op Corponello. Jelle schrijft voor al zijn teamgenoten een op maat gemaakt lied die in de discobus van Loppersum naar Groningen luidkeels worden gezongen. Een duik met Bras in de ballenbak volgt.
Maar naarmate de jaren verstrijken nemen ook de pijntjes toe. En Jelle scoort ook thuis. Juul en Bobby worden geboren. Slapeloze nachten, onregelmatige dagen en een avondstudie in Utrecht. Jelle houdt het voor gezien.
En dus staat hij er zaterdag voor het laatst. Je ziet hem juichen. 150 competitiedoelpunten verder. Nog altijd even fanatiek als in zijn jeugdjaren. Schelden en vloeken als het niet lukt. Vaker lacht hij, omdat het wel lukt. Nog één keer, Jelle. Nummer 9 is voor jou. De aanvoerdersband is voor jou. Nog één keer een kopduel. Nog één keer kaatsen. Nog één keer jagen. Met Haaye. Nog één keer het aanspeelpunt, de gangmaker, en iedereen op zijn gemak stellen. Nog één keer het fenomeen zijn.
Bedankt.