Zaterdag 2. Koploper in de eerste klasse na twee overwinningen op rij. Ze willen niet, maar het gebeurt. Een team met een dokter, muzikant, gz-psycholoog, een roppige leraar, visolie expert en Sander Veenstra. Ze staan bovenaan en gaan richting hoofdklasse. Alsjeblieft zegt. Het zal toch niet? De tbs’er van het zooitje pakte de pen erbij. Een greep uit zijn dagboek…
Groen Geel 2 – Leeuwarder Zwaluwen 2 (2-1)
Groningen, Helperlinie 2, zaterdag 31/03/‘18, 21.00 uur
Lief dagboek,
Vandaag was de grote dag! Eindelijk mocht ik weer eens naar buiten. Een heus dagje buiten de muren, in de echte maatschappij. Man, wat heb ik daar naar uitgekeken. Ik vond het wel spannend, hoor. Ik vroeg me steeds of de wereld echt zo veranderd was als mijn begeleider me had verteld. En of de wereld veranderd is, dagboek! Zo zag ik bijvoorbeeld allemaal mensen met apparaatjes in hun hand. Het leek wel of ze er steeds berichten mee aan het sturen waren. Ik ben benieuwd wat dat precies is, dagboek.
En wat een geluk dat ik op mijn allereerste verlofdag gelijk een wedstrijd mocht spelen! Wat fijn toch dat Nederland zo’n coulant rechtssysteem heeft. In andere landen had ik misschien nooit meer het daglicht gezien. Mijn psychiater had als voorwaarde voor mijn verlof gesteld dat ik me in de omgeving van een arts en een psycholoog moest begeven en dat er een begeleider met me mee moest. Wat een mazzel, dagboek, want toevallig heb ik Dr. Party en De Rode Loper in mijn team. Die gasten worden kaal trouwens, weet jij misschien of dat betekent dat ze dezelfde dingen gaan doen als ik heb gedaan?
Het voelt ook alweer zo lang geleden, dagboek, dat ik de psychiater hoorde vertellen welke diagnose was gesteld. Antisociale-persoonlijkheidsstoornis, parafilie, frotteurisme en nog een heleboel andere moeilijke woorden en afkortingen schijnen in mijn dossier te staan. Tot op de dag van vandaag weet ik niet precies wat het is, maar de woorden galmen nog wel eens door mijn hoofd. Maar vandaag voelde ik me heel normaal, dagboek, gewoon één van de jongens. Sinds ik mijn gevoelens bij jou van me afschrijf, gaat het sowieso een stuk beter met me, dagboek.
De trainer had me zelfs aanvoerder gemaakt. Ik denk dat hij dit deed om me meer verantwoordelijkheidsgevoel te geven, in de hoop dat ik rustig zou blijven. Hij heeft natuurlijk ook het nieuws gevolgd en weet wat er kan gebeuren als ik para ga. Maar die tijden zijn voorbij, dagboek. Ik bleef de hele wedstrijd rustig, al was er één moment dat ik even mijn stem verhief. Vanuit een ooghoek zag ik mijn begeleider een aantekening maken, dat zou toch niet betekenen dat ik voortaan niet meer naar buiten mag?! Slechts één klein incidentje, dat is toch om trots op te zijn, dagboek? Mijn psychiater heeft wel eens verteld dat hij iemand in behandeling had die in zulke situaties een kopstoot uitdeelt. Gelukkig ben ik niet zover afgegleden. Eigenlijk ben ik heel normaal, toch dagboek?
Ik maakte zelfs nog een doelpunt, dagboek. Lloyd gaf de voorzet en even later scoorde hij zelf. Ik vind die Lloyd toch zo’n mooie jongen, dagboek. Als hij 15 jaar jonger was geweest, had ik misschien wel een plannetje gemaakt om….. Nee, dagboek, dit soort gedachtes wil ik niet meer! Dat moet echt stoppen! Het schijnt trouwens dat zijn vriendin zijn borst regelmatig insmeert met Zwitsal. Waarom krijgt hij toch alles in zijn schoot geworpen wat ik alleen krijg als ik met een mes dreig? De wereld is oneerlijk dagboek, heel oneerlijk zelfs.
Inmiddels ben ik weer terug in mijn vertrouwde kamer. Het was heftig vandaag, dagboek, ik moet echt even bijkomen. Gelukkig geven de witte muren weinig prikkels, kan ik mooi tot rust komen. Het was een fijne dag!
Liefs,
Jouw kale psychopaatje