Groen Geel 2 – The Knickerbockers 3 (4-1)
‘Drie fusten.’
Zaterdagochtend. Terwijl de dageraad aanvangt en milde lichtflitsen de horizontaal zwartroodgele gordijnen doorboren, sla ik mijn Duitse dekbed van mij af. Vrouwlief is klaarblijkelijk al even wakker. De geur van verse koffie heeft onze slaapkamer bereikt. Terwijl ik zoonlief beneden hoor marcheren, brengt meine Freundin mij koffie met een Berlinerbol en een brezel. Ik open de gordijnen en werp een blik op de kruisvormige tuin. Sneeuw. Ik flip. Waar is mijn mobiel? Ah, naast het bed. Ik duik erheen en app stante pede mijn teamgenoten. ‘Gaat het wel door of is er aftasting?’ ‘Afgelasting.’ ‘Aflasting.’ Verdammis. Plots besef ik mij dat ik er vandaag helemaal niet bij ben. Kutjebef. Thuis schoonmaken en klusjes doen. Ofwel, ‘ik moet werken’. Ik sprint naar de panic room en ram ongecontroleerd met mijn vuisten tegen de muur. De notie The Knickerbockers thuis te moeten missen doet pijn.
Net als de Abwehr ken ik echter mijn pappenheimers als het gaat om spionage en contraspionage. Zowel de camera’s in het clubhuis als die halverwege enkele lichtmasten heb ik door mijn goede vriend Klaus Schillinger, net als ik verzamelaar van Duitse prullaria, laten hacken. Zo kan ik, vanaf het moment dat Groen Geel 2 gaat schoonmaken tot het vertrek van de laatste strijders uit de kantine, alles van dichtbij meemaken. Ik zie het gros van de selectiespelers boenen en poetsen, maar mis enkele grote namen. Barry Assen heeft een open dag. Walter Hartlief familieweekend. Ze zijn iets later. Ook afwezig, van begin tot eind, is visolie- en piramidespelmagnaat Willem den Hartogh. Den Hartogh is het hoge niveau van zijn teamgenoten zat en schijnt druk doende te zijn met een waar charmeoffensief richting Nanne Bakker en Boike Teunissen. Teunissen is stellig. ‘Wij selecteren op aanwezigheid, karakter en inhoud. Wij willen Kersing en Cremer. Simpel.’
Binnen een uur is het clubhuis spic en span. Teitsma zorgt voor Indische cake. Mohlmann schenkt koffie in. De Jong rookt nog een peukje. Mijn Hollandse broertje Niels schrobt de vloeren. Schoonmakende mannen. Een mooi aangezicht. Jitske Hendriks loopt voorbij en ziet dat het goed uit. Lloyd Smook drukt er als eerste eentje uit, op ‘t wonderschone herentoilet. Langzaamaan druppelen tevens de eerste jonge feutjes het sportpark binnen. Thomas Bouma, Jonas Faber, Steven Krijnen. Job Langeveld, inclusief onaangetast perzikhuidje, kijkt even naar binnen. Hij vangt de blik van de noeste Niels Cremer en immer roppige Arjan Jansen op. ‘Ik eet studenten als ontbijt’, roept Jansen. Job rent maar vlug richting zijn mede-pupillen. Het is de wedstrijd van de mannen tegen de jongens. Arbeiders versus studenten. Leraren versus leerlingen. Duvel versus Radler. Pakhuis versus Shooters. Untappd versus Tinder. Koploper versus runner-up. Winst versus verlies.
Beide elftallen beginnen aan hun warming-up. Het hoofdveld glinstert in de zon. Jaap van Gerrevink eet een winegum. Groen Geel 2 is een halfuur erna 90 minuten ontketend. 1-0! Kwartiertje later: 2-0. Ik dool en draaf door ons huis. Bezoek de panic room. Lees stukjes uit Weltbeben van inspirator Gabor Steingar. Ik zie Teitsma hinken. Schoorlemmer hapt naar lucht. Bob Tiggelaar krabt in z’n baard. Er zijn blessures. Wisselingen. Er gebeurt van alles. Ik zie Rik Spekken de mooiste dingen doen. Crossballen geven. Jongetjes passeren alsof ze er niet staan. Coachen. De boel neerzetten. De man in vorm. Dan is het rust. Gedurende tweede helft schopt Barry Assen enkele boekenwurmen tegen de vlakte en krijgt van alle kanten kritiek naar zich toegeslingerd. De sportpsycholoog kan daar natuurlijk als geen ander mee omgaan. Hij laat zijn versleten voeten spreken en strooit met subtiele balletjes. De 2-1 van de immens lange Ivar Maatje komt letterlijk en figuurlijk uit de lucht vallen. De geblesseerde nuldejaars Arjan ter Horst lacht Ivar, al studentenhaver etend, vanuit de dug-out uit. ‘Ivar. ’t Ziet er toch niet uit, die man?’ En zoals Arjan niet onder de indruk van Ivar is, daar is Groen Geel dat niet van koploper The Knickerbockers. De vermogende Stadjers tikken naar hartenlust en maken op fraaie wijze de 3-1 en 4-1. Niels Veenstra, blinkend achter de spits, schiet nog eens tegen de keeper aan vanaf twee meter en jaagt kort erna een omhaal over het vangnet. Ik vloek en tier. Verdammis, Niels. Veenstra-onwaardig. Ik bezoek de panic room, poep snel even, lees een stukje uit Die Zeit en verorber een Betthupferl.
Bij de laptop aangekomen zie ik dat het tijd is. Afgelopen. 4-1. Zaterdag 2 loopt rap richting clubhuis. Jansen en Mohlmann lessen zo snel als de bliksem de dorstige kelen van hun succesvolle teamgenoten. TKB3 is voor de tweede maal dit seizoen als een klassieke Schwerer Gustav van het veld geblazen. Genotvol. Het siert de onbelegen schooljongens dat ze een dik halfuur later zonder gêne de bar beklimmen en een fust aanbieden. En een halfuur later nogmaals. ColaBerenburg-gate is vergeven en vergeten. Deze knullen weten hoe het hoort. Annegé tapt onderwijl de ene pitcher na de andere. En iedereen is verliefd. Ondertussen maakt Groen Geel 1 de 1-0. En 2-0. Wat krijgen we nou? Ramen sneuvelen en de jongens van The Knickerbockers vieren feest. Dan gaat ook het 2de de bar op. Fust nummer drie gaat erin. Al is het alleen maar om Annegé te zien tappen. Ze doet het allemaal met perfectie. Lopen, tappen, afrekenen. De bloeddoorlopen oogjes van Bryan Bergsma tonen plezier. Luuk Schoorlemmer beplakt de ruit. Walter ‘ik was weer érg goed’ Hartlief drinkt koffie en weer gaat richting familie. Barry zegt tegen iedereen dat hij nog geen wedstrijd verloor dit seizoen. Mohlmann gooit er nog wat bitterballen tegenaan. Ondertussen verliest Groen Geel 1 met 2-4. Jansen lacht. Kersing baalt. Vreugde en verdriet liggen dicht bij elkaar.
Tschüss,
SSV