Van trots koploper naar een vierde plek, met plek zes à zeven in ‘t verschiet. Richting grijze middenmoot, daar waar Zaterdag 2 voorheen in de tweede klasse altijd bivakkeerde. Wil Niek Hollewand hetzelfde in de eerste klasse? Wordt zijn elftal daarom elke week op acht posities gewijzigd? Enfin. Het was afgelopen zaterdag het slotakkoord van Michiel Veldhuis. Hij brengt een fraai relaas op de voetbalzaterdag die al jarenlang zo is zoals ie is. Veel plezier in de VS, Field!
Groen Geel (zaterdag 2) – Oranje Nassau 2 (0-2)
Door: Michiel Veldhuis
‘De laatste (k)eer.’
Zaterdagochtend 2 december. De voorbereidingen voor Sinterklaas zijn in volle gang. Nog even een gedichtje schrijven. Iets wat overigens een stuk sneller gaat zonder die stekende pijn achterin je hoofd. Promotiefeestje. Nog even snel naar de Appie voor de pistoletjes, filet americain, een banaantje en een Extran. Vaste prik op zaterdag, als er tijd voor is. De twee halve liters Paulaner hebben inmiddels plaats gemaakt voor een sixpackje herfstbok. Omdat het herfst is. Vastigheden die erin zijn geslepen door de jaren heen. Houvast waar je stiekem toch elke week weer een beetje naar uit kijkt. En van geniet. Vanochtend is dat extra het geval. Het is de laatste keer. Komende jaren zullen zonder deze zaterdagochtend-traditie plaats gaan vinden, want vandaag is de laatste wedstrijd. Geen voetbal meer op zaterdag. Het zal wel even wennen zijn.
Om 11.15 uur parkeer ik de fiets op Corpus den Hoorn. Dertig koude mannen staan me op te wachten. Geen sleutel. Er wordt een beetje gescholden, maar vooral gelachen. Verbroedering. Jeroen Vogel heeft de eer om als verlosser op te treden en komt al grijnzend met de sleutel aanlopen. De kantine ligt er sober bij. Beetje smutsig, maar kon erger. Ook hier weer een reeks van automatismen die af worden gelopen. Koffie begint te pruttelen. De sleutels van de kleedkamers zijn onvindbaar. Waar is de kledingtas eigenlijk? Elke week hetzelfde. Niet alles overigens, Jesse is er vandaag wel.
Groen Geel 2 zit vol met vastigheden. Buiten het veld dan hè, binnen het veld zijn er weinig meer te ontdekken sinds vier weken. De grapjes, de reacties, het geblaat, je kunt het van tevoren uittekenen. Dat heeft wel iets prettigs. Een buitengewoon fijne groep idioten die eigenlijk maar één ding gemeen heeft: bij voorkeur de vrije tijd aan een bar te spenderen om al drinkend alles te bespreken wat totaal irrelevant is. Voorafgaand wordt voor de vorm nog een dik uur tegen een bal aangetrapt. Omdat dat zo hoort als je op voetbal zit. Ik kan het een ieder aanbevelen.
Dit team is speciaal. Het is moeilijk te omschrijven en nog moeilijker te creëren. Chemie, cohesie. Dat waar elke trainer naar op zoek is. We hebben niet voor niets vier trainers. Zelfs Neal Haan heeft zich aan dit team verbonden, omdat hij zag dat het er is. Net als Henk Strijker. Zij willen onderdeel zijn van. Alles kan worden besproken. Er zijn geen taboes. De oorlog, moeders en zelfs zwarte piet. Niks wordt geschuwd.
We hebben de beste aanvoerder die er is. 24/7 online, reageert altijd binnen 10 seconden op appjes, mailtjes of facebookberichten. Motiveert, bindt, is ongekend betrokken en het toonbeeld van positiviteit (behalve als er een slechte voorzet wordt gegeven). Bovendien kun je hem vanuit elke hoek van de kantine altijd zien staan, torent boven iedereen uit. Niet noodzakelijk als aanvoerder, wel zo prettig. Een warm bad. Familie. Daar waar je thuis wilt komen. Een team waar geblesseerden niet schitteren door wekenlange afwezigheid, maar juist op de voorgrond treden door zich op te stellen als teamleider, trainer of vlaggenist. Een combinatie van leraren en barkeepers, vaders en studenten, bierdrinkers en mannen die van een wijntje houden. Het kan allemaal. Tolerantie is het toverwoord. Niet voor niets is dit het enige team waar de gebroeders Veenstra geaccepteerd worden en het uithouden. Een team dat nooit verzaakt, binnen of buiten het veld. Een team waar nieuwelingen moeiteloos mengen met de oude garde. Een team waar de oude garde de nieuwelingen er nog moeiteloos uit drinkt, met als gevolg een verloren jas, fiets en sleutels. Of een broek op de enkels in de steeg bij Pakhuis.
Ik ga het missen. De dingen waar ik zo aan gewend ben geraakt. De haren van Cremer op mijn voeten tijdens het douchen. ‘Buikie Teitsie.’ De 5 liter wijn van Jesse. De eeuwige lach van de City Park Ranger Boys, Fifi voorop, maar op de voet gevolgd door Bob, Robin en Jos. De Zwitsal van Lloyd. Roppige kale mannen. Kale mannen met flow of met een rode loper. De interacties tussen scheidsrechters en de Veenstra’s. Het gescheld van Willem. De liedjes van Spekken. Het zusje van Luuk. De updates over het liefdesleven van Jabe. De nachtelijke foto’s van Wallie. De Tikkies van Frank. De ijdele hoop als Bryan alleen op de keeper af gaat. De geur van de kleding als Niek weer eens moest wassen. Een late afmelding van Beuker. Robin die zijn vriendin laat zitten, omdat hij onverwacht bardienst heeft. De zaterdagochtendblik van Indy. De afwezigheid van Neal Haan. Stuk voor stuk onbetaalbaar.
Een schrale troost is dat dit alles over twee jaar nog precies hetzelfde zal zijn en dat je daar weer moeiteloos in kunt worden opgenomen. De schwanz van Fifi gaat echt niet krimpen. Er zal nog steeds worden gepraat over alle zaken die totaal onbelangrijk zijn. Feyenoord, het eerste elftal en de vriendin van de vriendin van de vriendin van. ‘Moeilijk lekker’. Zoals het hoort. Het leven zelf is al serieus genoeg. Misschien ga ik dan ’s ochtends ook weer naar de Appie. Voor pistoletjes. En twee halve liters Paulaner.