Voetbal brengt mij in een voortdurende tweestrijd. Het is mijn favoriete tijdverdrijf en mijn grootste tijdsverspilling. Ik hou van naar voetbal kijken maar ik vind het een belabberde kijksport. Ik geniet van de momenten van klasse en worstel me door de overige 80 minuten van oersaai getik. Euforie omringd door ergernis. Een klassiek haat-liefde spel.
Voetbal is foeilelijk maar wonderschoon.
Waar ik als kijker geniet van blikvangers ligt dat anders als ik zelf op het veld sta. Dat komt omdat de uitblinkers op tv geweldige voetballers zijn. De blikvangers op de amateurvelden zijn dat niet. Dat zijn meestal spelers die toevallig net één kwaliteit hebben waar ze in uitblinken en daar vallen ze dan voortdurend op terug. Dat gegeven levert mij dermate moeilijke situaties op dat ik met een gerust hart kan zeggen: ik heb een hekel aan amateur uitblinkers. Ik leg het u uit in een haat/liefde top 4.
#4 De snelle
Amateurvoetballers die uitblinken in snelheid halen het bloed onder mijn nagels vandaan. Op voorhand lijken snelle spelers een geschenk voor ieder amateurteam. Maar laat me je uit de droom helpen: snelle spelers maken het voetbal kapot. Dat komt omdat ze door hun snelheid altijd eerder bij de bal zijn dan de goede spelers (zoals u en ik). En wat doen ze vervolgens met het waardevolle balbezit? Let er maar eens op: 9 van de 10 keer is het regelrechte verprutsing van wat zou kunnen zijn. Tot overmaat van ramp dwingt het vertrouwen op hun snelheid ze tot voortdurende gedachteloze verticale loopacties waardoor er van positiespel niets terecht komt.
Snelheid snijdt de fantasie uit het spel.
Maar dan flitst Bale in Tottenham tenue aan mijn gedachten voorbij. De onstuitbare snelheid waarmee hij maar op bleef stomen langs de linkerkant in het Champions League tegen Internazionale in 2010. Dan kan niets tegen snelheid op. Absolute ongrijpbare suprematie.
#3 De vrijetrappenspecialist
Je herkent hem al voordat de wedstrijd begint. Hij loopt de kantjes ervan af bij de warming up en terwijl zijn team gaat rekken wandelt hij richting de zestien meter. Drie ballen schiet hij in de bovenhoek, twee spatten uiteen op de lat. Ik haat hem uit de grond van mijn hart: de vrije trappen specialist op amateurniveau. Gezegend met een zuiver schot voelt hij zich verheven boven de rest. Arrogant door zijn doeltreffendheid is hij lui geworden. Vadsig. Ongeïnspireerd. Maar toch bepalend voor de uitslag. Wedstrijden die beslist worden uit een vrije trap vind ik ronduit onverteerbaar. Het heeft niets met goed voetbal te maken. Het is geen teamprestatie. Het is een misselijkmakend tafereel: één luie man die schiet terwijl de rest stil moet staan.
Traptechniek doorklieft de teamprestatie.
Maar dan zwabbert de herinnering aan Juninho Pernambucano weer rechtstreeks van zijn voet naar mijn gedachten. Zo onnavolgbaar als zijn naam waren de routes die hij voor de bal bepaalde. Ruimte en tijd tartend lieten zijn boogballen iedereen buigen. Dan is traptechniek wonderschoon. Onwaarschijnlijk soevereine overmacht.
#2 De trukendoos
Misschien wel de meest trieste uitblinker van allemaal is de amateur die de trucjes van het plein heeft meegenomen naar het veld. Eens per wedstrijd lukt het. De voeten foppen de tegenstander die twee passen richting het bos zet terwijl de bal de andere kant opgaat. De man met de truc draait weg en wacht op een ovatie maar ontvangt stilte. Zijn medespelers kunnen geen waardering opbrengen na het vele balverlies bij zijn vorige pogingen. De irritatie na een seizoen lang trainen met hem is te groot. Alle oefenstof negerend was hij enkel bezig met de kinderachtige vernedering van een panna gevolgd door een eenzame kreet “ Oooooooh!” bijgestaan door een gênant handgebaartje. De trukendoos op het amateurveld is een grabbelton met tweedehands muizenvallen. Plezier belevend aan vernedering. Niemand zit op hem te wachten maar hij kan niets anders meer. Dit is zijn enige trucje.
De trukendoos fopt zichzelf het team uit.
Maar dan haalt Ronaldinho een truc uit en tovert zíjn lach op mijn lippen. Het voetbalveld als speeltuin voor zijn oneindige fantasie over wat je met een bal kan doen. Zelden vertraagde zijn trucage het spel, altijd verhoogde het de hartslag. In zijn grootste truc bracht hij Bernabéu tot een staande ovatie voor een speler in Barcelona shirt. Dan is tegen de trukendoos geen cynisme opgewassen. Onweerstaanbare voetbalmagie.
#1 De amateur
Als ik naar profvoetbal kijk dan knelt de tweestrijd steeds meer. Het niveau van voetbal ligt steeds hoger, het wordt prachtig in beeld gebracht en ik kan alles kijken. Maar ook de ergernis over het profvoetbal neemt toe. Het verontwaardigde gejammer op het veld. De zouteloze interviews na afloop. De afstand tussen de eliteclubs en de rest. De vermarkting van de sport. De walgelijke geworden industrie die via corruptie over mensenrechten heen walst. Ik slik als liefhebber zoveel wat ik eigenlijk haat.
Als amateur voel ik die tweestrijd ook. Ik erger mij wat af in het veld. Ik stoor me aan de tegenstanders, de scheidsrechter, mijn teamgenoten en vooral mijzelf omdat ik in mijn hoofd beter ben dan wat telkens blijkt. Ik erger me kapot maar nergens geniet ik zo als daar. Tussen 21 andere spelers die week in week uit iets doen waar ze niet heel erg goed in zijn maar dat dan toch blijven doen. Niet voor geld. Niet voor roem. Gewoon omdat ze ervan houden. Het zijn liefhebbers. Prutsers. Puur. Te amo amateur.