Het is vandaag 13 september. Hoe gaat het toch met Kirsten Wolthuis?
Volledige naam (en bijnamen)?
Kirsten Wolthuis en bijnaam KW (hoe origineel).
Burgerlijke staat?
Samenwonend met Justin. De grote onbekende bij Groen Geel, maar hij bestaat echt.
Vroegere clubs?
ONR uit Roden (onder andere met Alies, Froukje en Jitske), daarna 8 seizoenen Knickerbockers.
Lievelingsgeur?
Pas gemaaid gras, net gewassen beddengoed en de shampoo die Vincent Arjan Neef gebruikt.
Liever een drol van jezelf opeten of 25 meter zwemmen door de ontlasting van andere mensen?
Mond en neus dichtplakken en dan toch maar zwemmen.
Naturel of Paprika?
Naturel.
Groen of Geel?
Geel.
Maxim Hartman of Robert ten Brink?
All you need is love.
Lievelingstekenfilm?
Lion King, ik zing nog steeds de liedjes van Elton mee.
Laatst en eerstgekochte CD / tape / vinyl?
De eerste cd die ik heb gekocht was een of ander verzamelalbum, een soort voorloper van de Hitzone editites. Ik was vroeger altijd een typisch top 40 meisje. Daarna heb ik bij dezelfde Free Recordshop nog een keer een singeltje gekocht: mama van de Spice Girls. Mama voor moederdag haha. Ik heb het idee dat ik daarna geen cd´s meer heb gekocht. Ik was meer van het branden van cd’s en luister eigenlijk voornamelijk naar de radio. Sterren.nl vind ik ook leuk.
Houdt van?
Krakend ijs, de geur van benzine, de eerste lentedag, sprookjes, oude auto’s, Rob en Nico van Eigen Huis & Tuin.
Houdt niet van?
Poedels, langzaam rijden op de linker baan, in de rij staan voor het toilet op een festival, met blote voeten op bubbeltjesplastic lopen.
Te vinden op YouTube? Vimeo? RedTube?
Voor zover ik weet niet.
Het is vandaag één december van het jaar 2016 en het is onderhand al weer meer dan een jaar geleden dat ik vanaf het druilerige hoofdstation in Groningen de trein pakte naar de Bijlmer om daar één van de best gelezen interviews van het afgelopen jaar af te nemen. Baltink was de naam, Jan Baltink. We spraken over zijn voorliefde voor Duitse Herders, vriendschappen en de vergankelijkheid daarvan. Opeens was de wijde wereld overal en lachte het leven me toe. Op elk feest het stralende middelpunt, vrouwen bij de vleet en verhalen te over. Mannen willen je zijn, vrouwen willen met je zijn. Dan komt het onherroepelijke zwarte gat. Van held naar nul. Burnout, leegte, writersblock en de onlosmakelijk daarmee verbonden alcoholverslaving. In juli 2016 had ik een goede dag en vertrok ik in de vroege ochtend naar het mooie Westen. Daar stond ik midden op het dorpsplein van Heiloo. Stilte. Kirsten! Kiiiirsten, waar ben je toch? Ik zoek in de krochten van mijn geest en vind zowaar een flard uit een telefoongesprek dat ik met Kirsten voerde, haar zachte stem spreekt me toe: “Groningen is mooi, maar Heino is prachtig, je zult het wel zien”. Goddomme Heino, dat ligt hier volgens Google Maps 158 kilometer vandaan. Ik ga er gewoon heen. Pak zo de auto. Misschien even één biertje in de kroeg en dan ga ik, echt. Het werd donker.
Nu is het 26 april 2017, de dag van de koningsnacht, het is weer licht. Bijna 5 maanden verder. Vanaf het begin van de lange oprit zie ik in de verte een schim een bal hooghouden. Als ik dichterbij kom hoor ik een zachte brom, die ik langzaam kan ontwaren als een brei van getallen. 151, 152, 153, 154. Ze kijkt niet op als ze me bemerkt, maar groet me met een kleine knik van haar hoofd. Even tot de 300 zegt ze zacht en bromt verder. Rechts, Links, Rechts, Links, ik beweeg mijn hoofd mee met elke beweging van de bal. Het monotone gebrom en de herhalende beweging hebben een hypnotiserende werking, met moeite kan ik mijn ogen open houden. Vlak voordat mijn oogleden de strijd van de oogbol lijken te winnen pikken mijn oren een tevreden 300 op. “Zo, dat was even lekker. Sinds ik hier woon ben ik alleen nog maar buiten te vinden. Beetje spelen met de bal, stukje lopen, vogels kijken, het is hier echt prachtig. Ik houd van Groningen, begrijp me goed. Soms mis ik de drukte van de stad, de gecoördineerde chaos in het verkeer, patat etende duiven, maar hier heb ik de ruimte”. We lopen langzaam naast elkaar door de uitgestrekte tuin. Bij elke pas die voortgaat begrijp ik beter wat Kirsten bedoelt. Een grote groep vogels blijft achter haar aanvliegen om even verder op in een weiland neer te dalen. Ze zingen tevreden en toch geen Febo te vinden. We starten met het interview.
Waarom ben je gaan voetballen?
Na een jaar ballet kwam ik erachter dat ik daarvoor toch de elegantie miste (mijn moeder had dit overigens al zien aankomen, maar daar luisterde ik als 7-jarige niet naar). Toen ging ik maar een keer bij mijn broertje bij voetbal kijken en dat vond ik blijkbaar meteen leuk.
“Lijkt me leuk een broertje, mannen zijn sowieso geweldig!”, zeg ik met een knipoog. “Ik heb alleen twee zusjes. Ook prachtig hoor, begrijp me goed. Ik had wel graag een broertje willen hebben. Hoe zag je gezin er vroeger uit?”
Ik kom uit een heel leuk gezin en heb een zogenaamde onbezorgde jeugd gehad met mijn ouders en twee broertjes. De eerste 5 jaar heb ik in Aalden bij Emmen gewoond en daarna zijn we naar Roden verhuisd. Ik kom uit een echt voetbalgezin, m’n broertjes voetballen allebei nog fanatiek bij ONR en mijn vader zaalvoetbalt nog en zelfs mijn moeder heeft ooit een blauwe maandag op voetbal gezeten. Het ging thuis dan ook veel over voetbal en met een plantsoen en sportveld naast de deur heb ik ook veel buiten gevoetbald. Ik hield sowieso veel van buitenspelen en hield heel erg van zwemmen en eigenlijk alle sporten wel. Ik denk dat ik daar de basis van mijn atletische lijf en competitieve geest heb gelegd.
Kirsten draait haar hoofd een beetje opzij en kijkt me lachend aan. Ik merk dat ik onwillekeurig een beetje begin te blozen en stamel me naar de volgende vraag. “Euh, je bent bij het grote Groen Geel publiek inderdaad bekend geraakt door je mooie verschijning tijdens onze feesten en je strijdlustigheid op het veld. Een kruising tussen Xena the Warrior Princess en de blanke Edgar Davids hoorde ik laatst, die vond ik wel treffend. Wat is eigenlijk jouw mooiste voetbal moment?”
Kirsten: de drie kampioenschappen op rij bij Groen Geel zijn wel echt heel uniek en gaaf geweest. Vooral het feest na het tweede kampioenschap, met de huifkar door de stad was echt wel een groot hoogtepunt. Voor mijn gevoel hebben we uren door de stad gereden met bier en desperado’s en keihard zingen. Jeen reed ons naar TKB waar op dat moment het Knockerbicker toernooi bezig was en een Groen Geel team net had gewonnen en we dus lekker konden aanhaken. Daarnaast was voetballen tegen FC Twente met TKB ook wel heel tof. Het Flop werd omgetoverd tot De Bavariaveste met allemaal kratjes bier. De speelsters en staf van Twente trokken het natuurlijk totaal niet dat ze in een gezamenlijke kleedkamer in de Aclo moesten omkleden. Helaas daarna wel verloren, maar dat deed er eigenlijk niet toe.
Ik: “Niet erg om te verliezen? Dat past niet echt bij je strijdlust. Of was dit omdat je toen eigenlijk al wist dat je diep van binnen een Oost-Nederlandse was? Hoe ben je uiteindelijk eigenlijk bij Groen Geel terecht gekomen?”
Haha nee, Oost-Nederland sluipt langzaam mijn hart in, maar ik ben en blijf een Drent. Weet je, na 8 jaar TKB vond ik het daar wel mooi geweest en wist ik eerst eigenlijk helemaal niet zo goed of ik nog verder wilde voetballen. Ik heb toen lang getwijfeld omdat we bij Groen Geel natuurlijk helemaal onderaan in de 5de klasse moesten beginnen. Maar eigenlijk was het vanaf het begin meteen weer heel leuk. De mix van ervaren en onervaren speelsters werkte heel goed en het was leuk om met z’n allen aan een nieuw team op te bouwen. Doordat Martin en Ian meteen zo enthousiast waren ging het met het voetbal ook steeds beter. Groen Geel was weer een beetje zoals ik mij mijn eerste jaren bij TKB ook herinnerde. Toen was TKB ook nog kleiner en zat je vaker met een vaste groep na de trainingen en wedstrijden even na. In het oude Flop (lang geleden) had ik ook meer het idee dat iedereen elkaar nog wel kende. TKB is nu zo groot geworden dat die sfeer er minder is. Houd je toch een beetje. Als de club goed draait wil iedereen er bij komen spelen. Hetzelfde gebeurt nu ook bij Groen Geel. Voor mij liepen TKB en Groen Geel in ieder geval precies over met de overgang tussen studeren en beginnen met werken, wat dat betreft pasten beide clubs gewoon precies bij het leven wat ik op dat moment had. En als ik nog in Groningen had gewoond was ik zeker nog wel wat jaren door gegaan bij Groen Geel. Dan had ik misschien ook wel. Ah, nee.
Ik zie aan Kirsten dat ze nog iets wil zeggen, maar ze slikt haar woorden in voordat ze klanken kunnen worden. Dan had ik misschien ook wel, wat? “Nee, laat maar, het is niet belangrijk. Nou ja, weet je, soms zijn de wegen die je nu bewandelt niet de toekomstpaden die je vroeger voor jezelf uitgestippeld had. Ook al ben je nu gelukkig, de keuzes die je maakt beïnvloeden zoveel meer dan de keuze op zich. Dat ik weg ben gegaan bij Groen Geel, weg uit Groningen, weg van het verleden, heeft me het geluk hier in Heino met Justin gebracht.” Kirsten wrijft over haar buik. Pas nu valt me op dat de vorm van haar buik wat boller is dan normaal. “Tien weken ongeveer zegt ze, als haar ogen die van mij ontmoeten, het is het mooiste dat me ooit is overkomen. Spannend of alles het doet, of alles er op en eraan zit. Zou je wel willen wachten met het plaatsen van het interview totdat we weten dat alles goed lijkt?” Ik knik bevestigend. Natuurlijk doe ik dat.
De woorden “weg van het verleden” blijven nog door mijn hoofd rondzingen, maar ik stel haar de volgende vraag. Hoe zien je dagen er nu uit? Voetbal je eigenlijk nog?
Ja ik voetbal nog steeds, met heel veel plezier hoor bij v.v. Heino. Ik weet dus nog niet hoe het leven is zonder voetbal. Hoewel ik vorig seizoen wel veel geblesseerd ben geweest, dus wat dat betreft kan ik zeggen dat ik het leven zonder voetbal behoorlijk saai vind. Dit seizoen gaat het gelukkig weer beter en gaan we wederom proberen om kampioen te worden in de derde klasse, ik ben wel benieuwd hoe een kampioenschap bij Heino gevierd wordt. Ik werk als promovendus op de RUG voor vier dagen in de week en reis dus meestal 3 à 4 dagen in de week met de trein van Zwolle naar Groningen. Ik voer mijn onderzoek voor een groot deel uit op een school voor doofblinde kinderen in Brabant, dus ook daar reis ik regelmatig heen. De NS heeft dus een goede klant aan mij. In de weekenden voetbal ik – als ik niet geblesseerd ben – en zijn we vaak bezig met klussen in onze boerderij. Hoewel we al veel hebben gedaan, zijn we nog lang niet klaar. We zijn bezig om de achterkant van de boerderij zo te verbouwen dat we daar kunnen wonen en doen het meeste zelf. Bezoek of klushulp is altijd welkom trouwens! Gelukkig is er ook nog wel tijd om in het weekend te integreren op feestjes in de buurt en ik ga vaak nog in het weekend naar Groningen voor borrels en etentjes met Groen Geel vriendinnen. Commissiewerk blijf ik ook leuk vinden en dus zit ik sinds kort in de feestcommissie van het feestweekend van ons dorpje. Helpt goed om mensen te leren kennen en is nu al leuk om te doen. Voelt een beetje hetzelfde als het organiseren van het internationaal toernooi van TKB destijds, maar dan toch ook weer heel anders.
Kirsten vraagt me mee naar binnen. In de nog enigszins vervallen, maar prachtige woonboerderij worden de contouren van het nieuwe huis al zichtbaar. Door de keuken, via de woonkamer neemt ze me mee naar de achterkamer, die we via een kleine verhoging bereiken. In de verschillende ruimtes pronken de oude bruine houten balken trots aan het plafond. Een geraamte uit het verleden dat de toekomst moet dragen. Ze laat me foto’s zien van vroeger en praat honderduit over haar tijd bij TKB en Groen Geel. Ze zoekt zorgvuldig in de kist die de foto’s bescherming moet bieden tegen invloeden van buitenaf. Ja, deze zocht ik. Ze laat me een foto van haar en Vincent zien, arm en arm in het Flophuis. Ken je hem ook, vraagt ze. Ja natuurlijk, antwoord ik. Vinnie uit het 4de. El Pipa, de goddelijke Colombiaan. Ze wrijft zacht, haast onzichtbaar, met haar duim over het haar van Vincent. Leuke jongen is dat toch. Zou je hem een knuffel van mij willen geven als je hem weer ziet? Ze legt de foto zorgvuldig terug en sluit de kist. We kijken elkaar begrijpend aan en ik denk te weten waar ze nog meer afscheid van heeft genomen toen ze jaren geleden vertrok uit Groningen. Ik laat het onderwerp rusten. Kijk op de klok en besef dat ik bijna weer moet gaan. Er wordt met het eten gewacht. Nog één vraag, dan stoppen we. Wat mis je het meest nu je uit de bewoonde wereld getrokken bent?
Het meest mis ik natuurlijk mijn vriendinnen in Groningen en Groen Geel. Verder was het vooral in het begin wennen dat de supermarkt ver weg is en je dus niet voor elke maaltijd ‘even’ naar de supermarkt kunt lopen en ook even met iemand afspreken voor een koffie of borrel vergt nu wat meer planning. Verder scheelt het dat ik geen muziek of films download, mocht stichting Brein meelezen, want het versturen van een filmpje van 5 minuten kan zomaar een uur duren met onze internetsnelheid. Gelukkig krijgen we aankomend voorjaar eindelijk glasvezel en zal het stukken sneller gaan. Maar verder mis ik eigenlijk niet zoveel. Ik ben hartstikke gelukkig hier. Ik houd van Justin, en hij van mij. Je hebt zelf gezien hoe mooi het hier is en als ik nog eens toe wil geven aan de verlangens van de stad, dan pak ik zo de trein en heb ik genoeg vriendinnen waar ik kan blijven slapen. Het hier gaan wonen was misschien een gok, maar ik kwam laatst de volgende quote tegen van mijn jeugdheldin Pipi Langkous: ‘Ik heb dat nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik dat wel kan’. Ik zie altijd maar een beetje hoe dingen lopen en als het niet lukt probeer ik in ieder geval aan deze quote te denken en maar gewoon door te gaan. Dan moet het uiteindelijk wel goedkomen in onze boerderij in Lierderholthuis en met het schrijven van mijn proefschrift en met onze prachtige baby, toch?
Ik geef Kirsten een kus op haar wang en bedank haar voor het inkijkje dat ze me in haar leven wilde geven. Ik verontschuldig me voor de lange tijd die tussen ons eerste contact en het verschijnen van dit interview is komen te liggen. Het maakt niet uit zegt ze, soms bewandel je niet de toekomstpaden die je vroeger voor jezelf uitgestippeld had. Maar alles komt goed.
Data, tijden en personen in dit stuk zijn soms fictief. Enige gelijkenis met de werkelijkheid berust dan ook wel eens op toeval.