Iedereen die op hoog niveau gevoetbald heeft kan het beamen, wat is het fijn om een beetje op niveau te voetballen. Dat is ook niet zo gek, dat komt omdat het veel makkelijker is om een beetje op niveau te voetballen.
Zo weet je in grote lijnen wat je kan verwachten van de wedstrijd, je wordt meestal strak in de voeten aangespeeld, er is goede coaching van medespelers en je kan de tegenstander van te voren scouten.
Dit soort luxemiddelen heb je op laag niveau niet. Dan komt het veel meer op talent aan.
Op laag niveau speel je tegen tegenstanders die zulke schijnbewegingen maken, dat ze soms zichzelf in de luren leggen. Probeer daar maar eens op te anticiperen.
Spelen tegen schoppende tegenstanders met spelfouten in hun tatoeages en scheidsrechters die dat niet zou opvallen. Daar waar de vrouwen met de waterzak zo lelijk zijn dat je blessures spontaan verdwijnen. Geen diepte-interviews, maar alleen maar sterke verhalen achteraf, die per keer dat ze verteld worden winnen aan schoonheid. Dit is voetbal in de krochten van het amateurvoetbal, daar waar blessures worden gekoeld met een zak patat.
Ik heb in de loop van de tijd meerdere hoog-niveau spelers gezien die niet konden afhaken naar laag niveau.
Met de bekende smoesjes dat ze niet goed worden aangespeeld of de medespelers hun prachtige loopacties niet begrijpen.
Zelfs de topscoorder zaterdag aller tijden van Groen Geel haalde op laag niveau een panterscore (panterscore is een erg slechte score, komt uit de sjoelwereld, red.)
Soms kan een speler wel even mee in voetballen op laag niveau, maar meestal houden ze het niet lang vol. Spelers met te weinig laag niveau talent stoppen vervolgens.
Op de bottom niveau terechtkomen is makkelijk, maar er te blijven is enorm lastig.
Ook spelers die steeds beter worden verdwijnen te vaak uit het laag niveau. Een oude voetbalwijsheid luidt dan ook dat kwaliteit vanzelf komt bovendrijven, best lastig als je beneden wil blijven.
Ook zwichten sommige spelers voor het kleine geld van hoog niveau. Dit soort zaken maken het is dan ook enorm lastig langdurig goed op laag niveau te blijven presteren.
Mentaal moet je ook ijzersterk zijn om op laag niveau een beetje mee te kunnen. Op laag niveau kunnen enkele geleende spelers de tegenstander zomaar een paar klasses beter maken en monsterscores teweegbrengen. Probeer dan maar eens de moraal hoog te houden. Op hoog niveau tref je vaak eerste elftallen die in principe alleen maar zwakker kunnen worden van andere spelers, wederom hebben spelers op hoog niveau het maar weer makkelijk.
Maar voor de echte laag niveau voetballer is dit geen probleem. De echte laag niveau voetballer kiest niet voor de gemakkelijke weg van het op hoog niveau voetballen. De echte laag niveau voetballer geniet van de vrijheid. De vrijheid van het stappen de dag voor de wedstrijd, de vrijheid van het sjekkie in de rust. Ik zou niets anders willen dan spelen op laag niveau. Spelen in dorpen met 1 elftal, spelen in dorpen met namen waar je nooit van hebt gehoord. Spelen tegen teams met mannen met prachtige namen als Fokko, Sikko, Sjirk, Pier of Siebren. Spelers met koppen als verhuisdozen, kolenscheppen als handen en tepels als sjoelschijven. Spelers met prachtige bijnamen, meestal dieren of dingen die je frituurt. Kleden in gammele kleedkamers en spelen op achterafveldjes waar je, als je de bal verkeerd raakt, je de sloot over moet om de bal van het boerenland te halen. Daar waar de gure wind de zinloze voetbalkreten en hardgrondige vloeken net niet weet te verstommen. Spelen op plekken waar de tegenstander niet te scouten is, zelfs niet door de tegenstander zelf. Daar waar de spelers zelf boos het veld af kunnen lopen of even af gaan om een strategisch braakje te leggen. Spelen tegen een team met een paar oudjes, om vervolgens weggetikt te worden of spelen tegen een team met een dikzak met een fluwelen traptechniek. Dat is waar ik mijn hart aan heb verpand, oh, voetbal op laag niveau; “ik hól van die”.