Ik begrijp het niet. Groen Geel staat in principe voor een flinke dosis voetbalcultuur. Een oude, houten kantine. Twee vervallen kleedkamers, waarvan eentje overigens verrijkt met een grootse muziekinstallatie. Jacob Ritsema. De immer bevlekte kantinevloer waaraan menig lichaamssap tot in den eeuwigheid is verbonden. Een kleine bestuurskamer met stoelen uit grootmoeders tijd. Groen Geel staat daarentegen evenzo voor contrast.
Twee hypermoderne kunstgrasvelden. Een loop- en fietsbrug voor de deur. Matthijs Eppinga. Omvangrijke koelkasten gevuld met kwaliteitsbieren als Duvel en Vedett. Een pininstallatie. Fraaie, nieuwe tenues die als warme broodjes over de toonbank vliegen. En kampioenschappen, véél kampioenschappen. Wat oud, als in cultuur, en nieuw, als in contrast, steevast weet samen te brengen is muziek. Ik zat vorige week donderdag aan de bar in ons naamloze clubhuis en zag een playlistje tevoorschijn komen op Spotify. Boike Teunissen achter de bar, altijd goed. De playlist, met als titel iets van ‘Het Enige Echte Zaterdag 3’ ging van hot naar her. Jasper Vogel was derhalve voortdurend in zijn element. Marten van der Zee niet. Terwijl Van der Zee liep te bazelen om ergens in het westen partner te worden en onnoemlijk veel geld op te strijken, beleefde Jasper een ultiem luchtgitaarmoment. The Stooges, 1969, I Wanna Be Your Dog. Drie akkoorden, torsie, Iggy Pop. Van der Zee walgde bijna. “Wat een verschrikkelijke muziek zeg.” Bras ging er tegenin. “Nee man, mooi!” Van der Zee: “Ja, maar jij houdt toch van techno.” “Ook”, aldus de onbetwiste kabberdoeskoning. Van der Zee zocht naar medestanders, maar ving bot. Teunissen, liefhebber van motown, schroefde het volume af en toe op. Bert Heerink, Cuby & The Blizzards, ABBA, Led Zeppelin. Het was goed toeven.Eenmaal thuisgekomen dacht ik na over ons onderkomen. Een nostalgisch honk waar menig weggespeelde tegenstander vanuit een terneergeslagen stemming opleeft dankzij krachtig bier, een schaaltje met worst op de bar, Blue Oyster Cult en The Stranglers uit de speakers en zie daar, een aangeboden fust door Zaterdag 5. Omdat ze kampioen zijn geworden? Nee, zomaar. Een plek waar prille liefdes rijpen, tegeltjeswijsheden ontstaan, zaterdagavondplannen teniet worden gedaan door onderschat drankgebruik, jaren negentig hits niet aan te slepen zijn, grappen tot in den treure aan herhaling onderhevig zijn en verhalen uit de oude doos erbij horen. Toch mist er iets. Een geëigende benaming voor ons tweede huis.
Voor voetbalcultuurtijdschrift Staantribune schreef ik mijn eerste column over clubhuis Appleknockers Flophouse van onze jeugdafdeling The Knickerbockers. Het lied past perfect bij de studenten in korenblauw. ‘Corponello’, lees ik her en der als benaming van onze kantine. Dat kan beter. Ligt het tè voor de hand om er een legendarische plaat aan te koppelen? Bij Brothers In Arms van Dire Straits doen we de vrouwen tekort. A Little Game van The Doors? Our House van Madness? Good Vibrations van The Beach Boys? Refererend aan de prettige sfeer en met een directe link richting vrouwen als de gezusters Kosters, Laura van der Zee en Carin Lommerts. In Bloom, Nirvana? In Bloei, symbolisch. Welke keuze wordt gemaakt, er zal altijd iemand zijn die het er niet mee eens is. Neal Haan. CEO Haan. Zelfbenoemd oprichter van Groen Geel 2.0. Speelt tegenwoordig in Groen Geel 6, samen met Neef, Teunissen, Van der Kleij en wonderkind Mohlmann. Op witte schoenen! Clubhuis Neal Haan. Stiekem bekt het best lekker.
(Oh ja. Benieuwd naar de column over Appleknockers Flophouse? Voor de liefhebber: http://staantribune.nl/voetbal-