Foto: VLNR: Nauta, Rodenberg, van Rijs, Baltink, Teunissen, Bredenhoff
Volledige Naam: Jan Hendrik Baltink
Burgerlijke staat : Nagenoeg gehuwd (vrijdag a.s. red. een kaartje zou leuk zijn)
Houdt wel van : Een mooie overwinning aan het begin van een zonnige zaterdagmiddag
Houdt niet van : Mamio, in je nog natte zwembroek een stuk moeten fietsen.
Lievelingstekenfilm : Dommel
Bijnaam : Baltink, Sjon, De kopschopper. Jan: “Dat kopschoppen werd in eerste instantie wel voorgewend door de tegenstander. Gelukkig ben ik achteraf dankzij de videobeelden vrijgesproken ( Klik hier en oordeel zelf, slowmotion vanaf 30 seconden)
Lijfspreuk : Een tegenstander is er niet om in zijn waarde gelaten te worden.
Eerdere Clubs: HSC’21
Na het succes van de “Hoe gaat het toch met Wiebren Jansen” zocht de redactie enkele weken naar een geschikte opvolger. Grote namen als Harmen “de scharende postbode” Stuit, Job “the big castrator” Taminau en GertJan “de strateeg” Oosterloo passeerden de revue. Zeer geschikt, maar voor dit speciale nazomernummer zochten we een man met nog meer statuur. We kwamen uit bij oud zaterdag 3 speler, ex-bestuurslid en nachtapotheker Jan “de hakker van Haaksbergen” Baltink. Ik zocht Jan op in zijn doorzonwoning in het gezellige Amsterdam Oost. Bij binnenkomst word ik hartelijk begroet door de prachtige verloofde van de nog steeds even ranke middenvelder van zaterdag 3. Jan zit geflankeerd door poes moppie en boxer Ramon op een grote zwartleren bank en nipt rustig aan een Gin Tonic. Op de televisie draait een compilatie met hoogtepunten van zijn twee helden; Theo de Tank Lazeroms en Rinus Israel. “Kom zitten vriend. Schat maak even een gin tonicje voor de beste man. Zie je dat” zegt Jan terwijl hij naar het scherm wijst. “Groots in al zijn simpelheid, mannetje derlangs, mannetje omver. Pure kracht als wapen. Heeft Theo hem niet dan Rinus wel en andersom. En dan die spitsen uit die tijd, zeuren na zo’n tackle denk je, dacht het niet, prachtig. Handje geven en weer opstaan. Voetbal is een contactsport, een sport voor mannen, begrijp je dat?” De littekens die hij ontegenzeggelijk op zijn ziel draagt na jaren lang huis gehouden te hebben op de Groningse amateur velden worden verborgen achter een amicale glimlach. Als ik iets beter kijk zie ik een enkele traan zich over zijn wang een weg naar de grond banen. Tijd om te beginnen met het interview. Jan, wat doe je door de week?
“Ik ben apotheker van beroep. Dit houdt in dat ik mensen van pillen en welgemeend advies voorzie. Huisartsen en specialisten op het rechte pad houd wat betreft het voorschrijven van geneesmiddelen. Daarnaast is het vaak zaak mijn assistentes aan te sturen en daar waar gewenst te corrigeren.”
Dus ook buiten het veld ben je een geboren leider en houd je van corrigeren. Je stond dan ook jaren hoog op de nominatie om Neal Haan op te volgen als voorzitter van Groen-Geel. Toen je beste vriend Boike (Teunissen, red.)met die functie aan de haal ging was dat een klap in je gezicht kan ik me voorstellen. Niet lang na deze machtswisseling stopte je met voetballen. Wat doe je nu in je weekenden? Jan neemt een ferme teug van zijn gin tonic en met een welgemikte slag verdwijnt poes moppie van de bank. Even zie ik een glimp van de felheid van weleer terug in zijn ogen.
“Nu ik niet meer mag voetballen van de psychiater, ben ik gaan hardlopen. Hierbij heb je ook tegenstanders, maar is van fysiek contact nagenoeg geen sprake. Bij hardlopen bestaat dus ook niet het gevaar van het blijvend blesseren van de tegenstander en speelt verbale intimidatie eigenlijk nauwelijks een rol. Dit past beter bij de persoon die ik buiten het voetbalveld ben. Daarnaast was het ook elke zaterdag weer roeien met de riemen die je geboden worden. Ik heb zoveel slechte spelers van dichtbij meegemaakt”.
Wie is dan de slechtste speler waar je ooit mee samen hebt gespeeld?
“In de teams waarin ik speelde hadden we er legio. Het was altijd prettig te merken dat dat ook voor de tegenstander gold. Speciale vermelding verdient toch echter wel Arjen Nauta. Hij presteerde het regelmatig om ook in wedstrijdverslagen van de tegenstander genoemd te worden dankzij zijn indrukwekkende verschijning. Arjen is tevens houder van het record ‘kortste invalbeurt’. Na een sprint het veld in wordt hij door de scheidsrechter gewezen op de verplichting van het dragen van scheenbeschermers, waarna hij in volle sprint weer naar de zijlijn kan om zich te laten wisselen. Onmisbaar buiten het veld, onmisbaar binnen het veld.”
Arjen Nauta
Ik ben verbaasd dat je jongens als Boike Teunissen, Willem van der Woude en Abele Kamminga niet noemt, maar de combinatie Arjen Nauta en voetbal is dan ook prachtig. Ik heb ooit een wedstrijd mogen spelen onder naam van Nauta. Het was waanzinnig. Dat respect langs en in het veld is onbeschrijfelijk. En zijn koelkast leegmaakdrift op teamweekenden is onnavolgbaar, wat je zegt een held binnen en buiten het veld. Als je terugkijkt op jouw jaren bij de club, wat is dan voor jou het mooiste moment bij groen geel?
“Daar kan ik kort over zijn, dat is de kampioenswedstrijd die we met 11-1 wisten te winnen van SGVV. Schitterend weer, DJ aan het veld, zeker 100 supporters (ongekend), tegenstander die na 5 minuten brakend over de reling hangt maar tijdens het kampioensfeest wel een fust aanbied.”
Een prachtig feest was dat inderdaad. Jan, we kennen jou als keiharde doch rechtvaardige linkshalf met een versnelling waar je u tegen zegt. Je wist ook regelmatig het net van de tegenstander te vinden. Wat is volgens jou je beste actie/goal/tackle?
“Mag het geen top 5 zijn? Nee? OK. Nou dan moet dat toch het beslissende moment in de uitwedstrijd tegen De Vogels in het eerste seizoen zijn. Het was een doorslaggevende wedstrijd voor het kampioenschap. Bij winst zou ons dat bijna niet meer kunnen ontgaan. De Vogels was een geduchte tegenstander dat seizoen. Al vrij snel kwamen we met 1-0 voor. Daarna bleef het lang spannend. In de tweede helft werd de tegenstander sterker en keerde de scheidsrechter zich tegen ons (zoals eigenlijk altijd (zelfs in thuiswedstrijden (dat we überhaupt kampioen zijn geworden mag een wonder heten))). Enfin, de spanning in de wedstrijd steeg. We dreigden de grip op de wedstrijd te verliezen. De tegenstander begon behoorlijk uit te delen op fysiek gebied zonder enige bestraffing van de scheidsrechter. Nadat ik een aantal keren geprovoceerd was, deelde ik ook eens uit. Uiteraard leverde dat meteen een vrije trap tegen en een hoop commotie op. Naar zeggen van De Vogels en enkele teamgenoten was de overtreding ongehoord. De gemoederen liepen verder op toen ik een medespeler van de quasi-creperende speler beloofde dat hij de volgende zou zijn. Dit viel niet in goede aarde en het leek iedereen beter als ik even zou wisselen. Door het voorval was eenieder echter dusdanig van z’n stuk gebracht, dat we de wedstrijd rustig konden uitvoetballen en de belangrijke overwinning binnenhaalden”.
Na dit prachtige verhaal stoppen we even om een blokje te gaan lopen met Ramon. Ik steek een belinda menthol sigaret op, Jan vraagt om een trekje en laat me zweren niks tegen zijn vriendin te zeggen. Tijdens de lange wandeling die volgt haalt Jan zichtbaar geëmotioneerd door de beelden van het verleden nog wat oude verhalen op. Hij vertelt over een teamgenoot die op eigen initiatief met zijn tanden een haar uit de kont trok bij een medespeler. Hij vertelt over een teamgenoot die zich tijdens het teamweekend naakt vast liet binden aan een doelpaal en daarmee het kleine beetje respect dat de trainer nog voor hem had verloor. Hij vertelt en vertelt, hij vertelt honderduit, en in zijn woorden vechten weemoed en liefde om de hardste weerklank. Ik vraag hem wat Groen-Geel en dan met name het derde elftal voor hem heeft betekend.
“Poeh, dat is moeilijk in woorden te vatten. Groen Geel 3 was een way of life. De zondag tot en met vrijdag dienden enkel voor het broodnodige herstel van die ene zaterdag en het opbouwen van een ongekende spanning voor de volgende. De wedstrijden waren een fantastische uitlaatklep. De feesten na die tijd misschien nog wel meer. Het gevoel dat alles kon en niets moest bij de club zal me altijd bij blijven. Ik droom soms dat Groen Geel 3 weer Groen Geel 3 zal zijn. En dat we dan weer kampioen worden. Zoals het altijd was. Dat we weer twee aanvoerders hebben die geen aanvoerders zijn en een trainer hebben die geen trainer is en een keeper die geen keeper is en een linksback die geen linksback is en dat er in de spits een international van Indonesië staat en dat we 100 goals in een seizoen maken. Dat en dat alles weer zo is zoals het was, goed. Ik droom graag over het verleden, de toekomst wordt zo overschat”.
Jan kijkt op als hij de kerkklok vijf keer hoort slaan. Het is tijd om naar huis te gaan. Vanavond speel ik weer een wedstijd met mijn dartclub het Stierenoogje. Als dat maar goed gaat met die pijlen zeg ik met een knipoog. We bedanken elkaar voor de fijne middag en beloven plechtig elkaar vaker op te gaan zoeken. Bij het weggaan roept Jan me nog een paar laatste zinnen na
“Hé schrijvertje, vergeet je niet iedereen de groeten te doen! En ze te knuffelen! Het kan zomaar de laatste keer zijn, dat zie je maar weer nu met Zwagerman. Alleen door die prachtige jongens heb ik het al die jaren vol kunnen houden als het binnen de lijnen weer eens ietwat uit de hand gelopen was en ik daar buiten de lijnen geen plekje aan kon geven. Bedankt! Bedankt voor mijn plekje hier, het is goed zo.”