Ooit won ik eens een darttoernooi in Emmen. De dubbels liepen als een trein en mijn dodelijke tripple 17 joeg iedereen angst aan. Het bord was elektronisch, dus ook als je een bouncer had, kon je nog raak gooien. De prijs: een frikandel mayo. Verdomde lekker, maar ik at alleen.
Mijn mooiste kampioenschap was in 1999. Een zinderende pot, met in de laatste minuut de bevrijdende treffer diep in Zweelo: 3-2. Trainer Ronald keek in zijn plastic bekertje koffie en zei dat hij iets in zijn oog had. Ik heb nog nooit zo hard gejuichd. Met zijn allen kregen we patat. Ik was gelukkig. De magere jaren daarna at ik mijn patatjes, tuurlijk. Dichterbij het kampioenschap kom je nimmer. Maar ik at altijd alleen.
Toen was daar Groen Geel. Gary Linneker zij ooit: uiteindelijk is voetbal een simpel spelletje. 22 mannen/vrouwen rennen achter een bal aan en uiteindelijk wint Groen Geel. In 2012 werd ik weer kampioen. Nu staarde ik in mijn bekertje koffie en vermoedde heel sterk dat er iets in mijn oog vloog. We bestelden schalen vol bruin fruit en zopen met zijn allen een paar fusten leeg. Ik was gelukkig.
Diep in Loppersum, tussen de aardscheuren manouvrerend, een stel benenbrekers kapot spelen met de geur van Groene Gele patatten als een rode lap op een stier. Waarom? Kampioen, dat is waarom. Patatje van de trainer een frikandel dubbel mayo als beloning.
Ik ben gelukkig.